■ ■ Menu's en schermen
Menu's en schermen
Probleem
Probleem
Het scherm is niet in het
Het scherm is niet in het
Selecteer
Selecteer NEDERLANDS
Nederlands.
Nederlands.
■ ■ Fotograferen
Fotograferen
Probleem
Probleem
• • De geheugenkaart is vol
De geheugenkaart is vol: Plaats een nieuwe geheugenkaart of wis foto's (
• • De geheugenkaart is niet geformatteerd
De geheugenkaart is niet geformatteerd: Formatteer de geheugenkaart (
Er wordt geen foto gemaakt
Er wordt geen foto gemaakt
• • Er zit vuil op de contacten van de geheugenkaart
Er zit vuil op de contacten van de geheugenkaart: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
wanneer de ontspanknop
wanneer de ontspanknop
• • De geheugenkaart is beschadigd
De geheugenkaart is beschadigd: Plaats een nieuwe geheugenkaart (
wordt ingedrukt.
wordt ingedrukt.
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij op (
• • De camera werd automatisch uitgeschakeld
De camera werd automatisch uitgeschakeld: Zet de camera aan (
Spikkels ("ruis") verschijnen
Spikkels ("ruis") verschijnen
De versterking wordt verhoogd om de compositie te ondersteunen als het onderwerp slecht belicht is en het diafragma
De versterking wordt verhoogd om de compositie te ondersteunen als het onderwerp slecht belicht is en het diafragma
in het scherm wanneer de
in het scherm wanneer de
wordt verkleind, wat kan leiden tot opvallende spikkels bij het bekijken van de foto's op het scherm. Foto's die gemaakt
wordt verkleind, wat kan leiden tot opvallende spikkels bij het bekijken van de foto's op het scherm. Foto's die gemaakt
ontspanknop half wordt
ontspanknop half wordt
worden met de camera blijven onaangetast.
worden met de camera blijven onaangetast.
ingedrukt.
ingedrukt.
• • Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera: Selecteer macrostand (
• • Het onderwerp is te ver van de camera verwijderd
Het onderwerp is te ver van de camera verwijderd: Annuleer macrostand (
De camera stelt niet scherp.
De camera stelt niet scherp.
• • Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling
Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling: Gebruik scherpstelvergrendeling (
tige scherpstelling (
tige scherpstelling (P
Macrostand is niet beschik-
Macrostand is niet beschik-
Kies een andere opnamestand (P
Kies een andere opnamestand (
baar.
baar.
Intelligente gezichtsdetectie
Intelligente gezichtsdetectie
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Kies een andere opnamestand (
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
is niet beschikbaar.
is niet beschikbaar.
• • Het gezicht van het onderwerp wordt afgedekt door een zonnebril, een hoed, lang haar of andere voorwerpen
Het gezicht van het onderwerp wordt afgedekt door een zonnebril, een hoed, lang haar of andere voorwerpen: Verwijder
de belemmeringen.
de belemmeringen.
• • Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een klein deel van het beeld
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een klein deel van het beeld: Wijzig de compositie zodat het gezicht van
Er is geen gezicht gede-
Er is geen gezicht gede-
het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (P
het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
tecteerd.
tecteerd.
• • Het onderwerp houdt het hoofd schuin of horizontaal
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of horizontaal: Vraag het onderwerp het hoofd recht te houden.
• • De camera wordt schuin gehouden
De camera wordt schuin gehouden: Houd de camera recht (
• • Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht
Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht: Fotografeer bij helder licht.
voor Q
Q a
a ( (P
NEDERLANDS voor
: Plaats een nieuwe geheugenkaart of wis foto's (P
: Formatteer de geheugenkaart (P
: Plaats een nieuwe geheugenkaart (P
: Laad de batterij op (P
P 12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P 49, 50).
49, 50).
P 33, 128).
33, 128).
: Houd de camera recht (P
Oplossing
Oplossing
P 83).
83).
Oplossing
Oplossing
P 13, 26).
P 87).
: Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek.
P 13).
13).
12) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
P 17).
: Zet de camera aan (P
17).
P 29).
: Selecteer macrostand (P
: Annuleer macrostand (P
P 29).
: Gebruik scherpstelvergrendeling (P
: Kies een andere opnamestand (P
: Wijzig de compositie zodat het gezicht van
P 53).
53).
: Vraag het onderwerp het hoofd recht te houden.
P 22).
22).
: Fotografeer bij helder licht.
Problemen en oplossingen
13, 26).
87).
P 13).
13).
29).
29).
P 53) of handma-
53) of handma-
P 33, 128).
: Verwijder
33, 128).
113