Problemen met de afdrukkwaliteit
U ziet strepen (lichte lijnen) in uw afdrukken of
kopieën.
■
Reinig de printkop (& "De printkop
controleren" op pagina 20).
■
Selecteer de juiste papiersoort (& "Papier
selecteren" op pagina 8).
■
Het papier moet met de afdrukzijde (witter of
glanzender) naar boven in de papiertoevoer zijn
geplaatst.
■
Misschien zijn de cartridges aan vervanging
toe (& "Cartridges verwijderen en installeren"
op pagina 17).
■
Lijn de printkop uit (& "De printkop uitlijnen"
op pagina 20).
■
Reinig de glasplaat (& "Het apparaat reinigen"
op pagina 21).
Afdrukken zijn onduidelijk of vlekkerig.
■
Zorg ervoor dat het document plat op de
glasplaat ligt. Als slechts een deel van de
afbeelding onscherp is, kan het origineel
gekreukeld of niet mooi recht zijn.
■
Zorg ervoor dat het apparaat niet scheef en niet
op een ongelijkmatige ondergrond staat.
■
Zorg ervoor dat het papier niet vochtig of
gekruld is of ondersteboven ligt (de witte of
glanzende afdrukzijde moet naar boven liggen).
Plaats het nieuwe papier met de afdrukzijde naar
boven in de papiertoevoer.
■
Gebruik voor speciaal papier een steunvel
of laad uw papier vel voor vel.
■
Laad het papier vel voor vel. Haal de vellen
tijdig uit de uitvoerlade.
■
Lijn de printkop uit (& "De printkop uitlijnen"
op pagina 20).
■
Maak enkele kopieën zonder dat er iets op de
glasplaat ligt.
■
Gebruik alleen papier dat door Epson wordt
aanbevolen en originele Epson-cartridges.
■
Zet de hendel voor de papierdikte op m.
Deze stand is geschikt voor de meeste
papiersoorten. Als u op enveloppen afdrukt,
zet u de hendel op ^.
■
Reinig de glasplaat (& "Het apparaat reinigen"
op pagina 21).
Uw afdruk is vaag of er ontbreken stukken.
■
Reinig de printkop (& "De printkop reinigen"
op pagina 20).
■
Als verticale lijnen er gerafeld uitzien,
kan het nodig zijn dat u de printkop uitlijnt
(& "De printkop uitlijnen" op pagina 20).
■
De cartridges zijn oud of bijna leeg. Vervang
de cartridges (& "Cartridges vervangen" op
pagina 17).
■
Selecteer de juiste papiersoort (& "Papier
selecteren" op pagina 8).
■
Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd,
oud of vies is of met de afdrukzijde naar onder
in de papiertoevoer ligt. Is dit wel het geval,
plaats het nieuwe papier dan met de witste of
glanzende zijde naar boven in de papiertoevoer.
De afdruk is korrelig.
■
Als u een foto afdrukt of kopieert, let er dan op
dat u het origineel niet te veel vergroot. Maak de
afdruk wat kleiner.
■
Lijn de printkop uit (& "De printkop uitlijnen"
op pagina 20).
De afdruk bevat verkeerde kleuren of er ontbreken
kleuren.
■
Reinig de printkop (& "De printkop reinigen"
op pagina 20).
■
De cartridges zijn oud of bijna leeg. Vervang
de cartridges (& "Cartridges vervangen" op
pagina 17).
■
Controleer of het juiste papier is geladen en
of de juiste instelling voor het papier is
geselecteerd op het bedieningspaneel.
■
Wanneer uw papier op is, plaatst u zo snel
mogelijk nieuw papier. Als het apparaat te
lang zonder papier blijft, zijn de kleuren van
uw volgende kopieer- of afdruktaak mogelijk
incorrect.
Problemen oplossen
25