Zo wast u goed
Nadat u heeft gewassen
M Open de deur
^ door op de Deur - toets te drukken en
de deur open te klappen.
N Haal het wasgoed uit de automaat
^ Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge-
bleven.
,
Kijk goed of er geen stukken
wasgoed in de trommel zijn blijven
liggen. Anders loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim-
pen of afgeven.
O Schakel de wasautomaat uit
^ door op de I-Aan/0-Uit - toets te druk-
ken.
P Draai de programmakeuzeschake-
laar op Einde
Q Sluit de deur
Anders bestaat het gevaar dat er voor-
werpen per vergissing in de trommel te-
rechtkomen, worden meegewassen en
het wasgoed beschadigen.
24
R Draai de waterkraan dicht
Korte handleiding
Tip: Het is belangrijk dat u zich met de
bediening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa-
ragrafen: "Voordat u gaat wassen",
"Wanneer u gaat wassen" en "Nadat u
heeft gewassen" in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor.
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in.
C Open de deur.
D Kies een programma.
E Vul de trommel.
F Sluit de deur.
G Doseer het wasmiddel.
H Draai de waterkraan open.
De stappen I tot en met K kunnen,
maar hoeven niet te worden gekozen.
I Kies eventueel (een) extra functie(s).
J Kies een centrifugetoerental.
K Schakel eventueel een voorkeuze in.
L Start het programma.
Nadat u heeft gewassen
M Open de deur.
N Haal het wasgoed uit de automaat.
O Schakel de wasautomaat uit.
P Draai de programmakeuzeschake-
laar op Einde .
Q Sluit de deur.
R Draai de waterkraan dicht.