●
Let op dat u bij aansluiting van de verbindingsleiding andere onderdelen niet beschadigt.
Om te voorkomen dat de koelmiddelleidingen tijdens het lassen van binnenuit oxideren, moet het systeem met
●
stikstof geladen worden, anders kan roesten het circulatiesysteem blokkeren.
7.2. Lekdetectie
Gebruik zeepwater of een lekdetector om elke verbinding te controleren op lekkage (zie Fig. 7-2).
N.B.:
A is de afsluiter aan de hogedrukzijde
B is de afsluiter aan de lagedrukzijde
C en D zijn de verbindingsleiding tussen de binnen- en buitenunits
A
B
7.3. Warmte-isolatie
Om te voorkomen dat er tijdens de werking van de apparatuur koude of warmte uit de verbindingsleiding naar de omgeving vrijkomt,
moet doeltreffende isolatiemaatregelen genomen worden voor zowel de gas- als de vloeistofleiding.
1) De gasleiding aan de zijkant moet geïsoleerd worden met gesloten celschuim, met brandvertragingsklasse B1 en hittebestendig tot
meer dan 120 ºC.
2) Bij een buitendiameter van een koperen pijp ≤ Φ 12,7 mm, moet de dikte van de isolerende laag minstens 15mm zijn; bij een
buitendiameter van een koperen pijp ≥ Φ 15,9 mm, moet de dikte van de isolerende laag minstens 20 mm zijn.
3) Gebruik bijgevoegde warmte-isolerende materialen voor de warmte-isolatie zonder speling op de verbindingsdelen van de leidingen
van de binnenunit.
LET OP
Controlepunt van binnenunit
Controlepunt van de buitenunit
Fig. 7-2
12
D
C