In normale omstandigheden, raadpleeg de onderstaande
figuren voor de installatie van de unit:
(muur of obstakel)
Luchtinlaat
> 300
Luchtinlaat
≥ 2000
4/6/8/10/12/14/16 kW
OPMERKING
Zorg ervoor dat er genoeg ruimte is om de installatie
uit te voeren. Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek
ten opzichte van de windrichting.
Maak een waterafvoergoot rond de fundering, om
afvalwater af te voeren.
Als de waterafvoer beperkt is, plaats de unit dan op
een fundering van betonblokken e.d. (de hoogte van
de fundering moet ongeveer 100 mm zijn (in Fig. 6-3).
Wanneer u de unit installeert op een plaats waar het
vaak aan sneeuw wordt blootgesteld, moet u er
vooral op letten dat u de fundering zo hoog mogelijk
optrekt.
Als u de unit op een frame buiten
installeert, installeer dan een
waterdichte bak (niet geleverd)
(ongeveer 100 mm, aan de onderzijde
van de unit) om te voorkomen dat er
afvoerwater afdruipt (zie de foto rechts).
> 300
Houdkanaal
> 600
Luchtuitlaat
> 600
(eenheid: mm)
08
5.1. Plaatsing in een koud klimaat
Zie "Hantering" in hoofdstuk "4 Vóór de installatie".
OPMERKING
Wanneer de unit in een koud klimaat wordt
gebruikt, dient u de onderstaande instructies op te
volgen.
Om blootstelling aan wind te voorkomen, richt de
aanzuigzijde naar de muur.
Installeer de unit nooit op een plaats waar de
aanzuigzijde rechtstreeks aan de wind wordt
blootgesteld.
Installeer een kap op luchtuitlaat om blootstelling
aan wind te voorkomen.
In gebieden met veel sneeuwval, kies een
beschermde plaats voor de installatie waar sneeuw
geen invloed heeft op de unit. Indien zijdelingse
sneeuwval mogelijk is, zorg er dan voor dat de
warmtewisselaarspoel niet door de sneeuw wordt
aangetast (bouw indien nodig een zijdelingse
overkapping).
Maak een grote luifel.
①
Breng een verhoging aan.
②
Installeer het apparaat hoog genoeg van de grond om
te voorkomen dat het bedolven wordt onder sneeuw.
5.2. Geen direct zonlicht
Aangezien de buitentemperatuur wordt gemeten via de
luchtthermistor van de buitenunit, moet u ervoor zorgen
dat de buitenunit in de schaduw wordt geïnstalleerd.
Breng anders een afdak of iets dergelijks aan om direct
zonlicht te vermijden.
WAARSCHUWING
Bij installatie buiten moet een afdak worden
aangebracht: (1) om te warmtewisselaar tegen
regen, sneeuw en bevriezing te beschermen om te
voorkomen dat de verwarmingscapaciteit van de
unit aangetast wordt; (2) om te voorkomen dat de
luchtthermistor
van
de
blootgesteld aan de zon, wat problemen geeft bij
het opstarten; (3) om bevriezing van regen te
voorkomen.
①
②
buitenunit
wordt