Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door on-
deskundige bediening!
Alleen externe stuurcontacten zijn compati-
bel.
▶
Sluit de externe besturingscontacten al-
leen aan potentiaalvrije contacten aan.
▶
Sluit vooral geen onder spanning staande
kabels aan.
▶
Demonteer de afdekkap. (→ Pagina 11)
▶
Verwijder de zwarte veiligheidsafdekking van de print-
plaat.
▶
Leid de kabel door de kabeldoorvoer aan de achterkant
van het product en door de kabeldoorvoer aan de achter-
kant van de elektronicabox.
▶
Sluit de kabel van de hygrostaat op de stekker(2) op de
printplaat (1) aan..
◁
Contact geopend: ventilator loopt niet
◁
Contact gesloten: ventilator loopt
▶
Zet in het menu de modus "Ventilator met externe rege-
ling" op VENT.MODUS 3.
5.3.4
Ventilatortoerental instellen
Geldigheid: aroSTOR VWL BM 200/5 OF aroSTOR VWL BM 270/5
Wanneer het apparaat op een leidingsysteem met meer dan
5 meter lange flexibele leidingen of meer dan 10 meter lagen
gladde leidingen wordt aangesloten, moet de ventilatorstand
worden aangepast, zodat door het luchtnet veroorzaakte
drukverliezen worden gecompenseerd.. Deze verandering
wordt via de schakelkast van het product uitgevoerd.
▶
Demonteer de afdekkap. (→ Pagina 11)
▶
Verwijder de afdekkap van de printplaat.
1
▶
Verzet de grijze ader van de 5,5-µF-condensator (1) zo-
als getoond in het schema hiernaast.
5.3.5
Fotovoltaïsche installatie aansluiten
Aanwijzing
De PV-functie en het management buiten het
stroomverbruik kunnen niet parallel worden ge-
bruikt, omdat deze hetzelfde contact gebruiken.
0020285057_03 Installatie- en onderhoudshandleiding
Voorwaarde: Fotovoltaïsche installatie aanwezig
Met deze functie kan de geoptimaliseerde zelfvoorziening
door de fotovoltaïsche installatie gebruikt worden om de
warmtepomp en het elektrisch element te voeden en het wa-
ter in de boiler te verwarmen.
Fotovoltaïsche installatie aansluiten
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door on-
deskundige bediening!
Alleen externe stuurcontacten zijn compati-
bel.
▶
Sluit de externe besturingscontacten al-
leen aan potentiaalvrije contacten aan.
▶
Sluit vooral geen onder spanning staande
kabels aan.
▶
Demonteer de afdekkap. (→ Pagina 11)
▶
Verwijder de zwarte veiligheidsafdekking van de print-
plaat.
▶
Sluit de kabel van de fotovoltaïsche installatie op de aan-
sluitklem (1) op de printplaat aan.
▶
Als uw thermostaat van de fotovoltaïsche installatie over
twee stuurcontacten beschikt, sluit ze dan op de aansluit-
klem (1) en (2) op de printplaat aan, zie "Aansluitschema
elektronicabox" in de bijlage.
–
Aansluitklem (1): onderste niveau van de opgewekte
elektrische energie van de fotovoltaïsche installatie.
–
Aansluitklem (2): bovenste niveau van de opgewekte
elektrische energie van de fotovoltaïsche installatie.
Fotovoltaïsche installatie aansluiten
1
Aansluitklem 2
X3
T air
X4
T degiv
X5
T eau
X2
HP
1
2
2
1
2
Aansluitklem 1
17