1
2
3
4
5
1
Aansluiting warmwater-
aanvoer
2
Aansluiting circulatiecir-
cuit
1.
Sluit de koudwaterleiding aan (1).
2.
Sluit de warmwateraanvoer op (4) aan.
3.
Voer een dichtheidscontrole van alle aansluitingen uit.
5.2.3
Aansluiting circulatieleiding
Geldigheid: aroSTOR VWL BM 200/5 OF aroSTOR VWL BM 270/5
Aanwijzing
Het gebruik van een secundaire circulatieleiding
kan warmteverliezen veroorzaken.
1.
Om de warmteverliezen te beperken, voorziet u de
hydraulische aansluitingen, de stoppen op de boiler-
uitloop en alle zichtbare leidingen van een warmte-
isolatie.
2.
Gebruik een circulatiepomp met een transportvolume
tussen 0,5 en 4 l/min.
3.
Programmeer de circulatiepomp en kies daarvoor
zeer korte tijdvensters.
5.2.4
Verkalking vermijden
1.
Gebruik voor het warmwatercircuit alleen de volgende
materialen, die geschikt zijn voor drinkwater.
–
Koper
–
Roestvrij staal
–
Messing
–
Polyethyleen
2.
Gebruik diëlektrische aansluitingen om galvanische
koppelingen te voorkomen. (→ Pagina 14)
3.
Neem de geldende normen, vooral m.b.t. hygiënevoor-
schriften en drukveiligheid, in acht.
0020285057_03 Installatie- en onderhoudshandleiding
3
Aansluiting wateruitloop
hulpverwarming
4
Aansluiting waterinloop
hulpverwarming
5
Koudwateraansluiting
4.
Installeer geschikte thermostatische mengkranen en
kies de warmwatertemperatuur zo, dat er geen ver-
brandingsgevaar bestaat.
5.
Als de waterhardheid van het water boven het toege-
stane maximum ligt, moet u het water met een onthar-
der volgens de algemeen geldige voorschriften zuive-
ren.
Aanwijzing
Als deze punten niet in acht zijn genomen of
als de waterkwaliteit geen correcte behan-
deling in het kader van de wettelijke voor-
schriften toeliet, geeft de fabrikant in geval
van schade geen garantie.
5.2.5
Condensafvoerleiding bij 200 en 270 l
aansluiten
1
2
1.
Verbind de condensafvoerleiding (1) met een voorgeïn-
stalleerde afvoersifon (2).
Boilervolume
aroSTOR VWL BM 200/5
aroSTOR VWL BM 270/5
2.
Plaats de condensafvoerleiding met verval en zonder
knikpunten.
3.
Vul de afvoersifon met water.
4.
Laat een kleine afstand vrij tussen het einde van de
condensafvoerleiding en de afvoersifon.
5.
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet luchtdicht
met de afvoersifon verbonden is.
6.
Controleer of de condens foutloos kan wegstromen.
Afmetingen (A)
1047 mm
1367 mm
15