4. Lijn de hoeken van de printer en de eenheid met elkaar uit en laat vervolgens de printer zachtjes op
de eenheid zakken, zodat de connector en de twee pennen bovenop de eenheid in respectievelijk
het aansluitblok en de gaten aan de onderkant van de printer vallen.
Opmerking:
U kunt maximaal twee optionele papiercassette-eenheden installeren. Wanneer u twee eenheden
installeert, stapelt u ze op elkaar en plaatst u de printer daar bovenop.
5. Trek de papiercassette uit de eenheid.
Epson AcuLaser MX21/MX20 Series
Optionele onderdelen installeren
Gebruikershandleiding
202