O
NDERHOUD
BELANGRIJK
HET ONDERHOUD MAG UITSLUITEND WORDEN GEDAAN
DOOR EEN ERKEND SERVICETECHNICUS.
SCHAKEL ALLE VOEDINGSCIRCUITS UIT VOORALEER DE
KLEMONDERDELEN TE BEHANDELEN.
GEBRUIK GEEN WATER OF LUCHT WARMER DAN 50°C
VOOR HET REINIGEN VAN DE LUCHTFILTERS EN BUITEN-
PANELEN.
Reinigen van het luchtfilter
Reinig het luchtfilter als "
LUCHTFILTER) op het scherm verschijnt.
Reinig het luchtfilter vaker als de unit is gemonteerd in een ruimte
waar de lucht sterk vervuild is. (Reinig het luchtfilter in principe om de
zes maanden).
Vervang het luchtfilter als het vuil niet meer te verwijderen is.
(Vervangfilters zijn als optie verkrijgbaar).
1.
Open het aanzuigrooster.
Neem het aanzuigrooster aan een kant vast en open het door
het rooster naar uzelf toe te trekken terwijl u het ophoudt.
LET OP
Laat het aanzuigrooster niet los bij het sluiten of
openen. Anders zal het rooster weer dichtspringen.
2.
Verwijder de luchtfilters.
Druk met beide handen op het werkingsgedeelte van het
luchtfilter in de richting aangeduid met de pijl. Verwijder de
knijpers van het luchtfilter en neem het er horizontaal uit.
1
Knijper
2
Werkingsgedeelte
3
Luchtfilter
3.
Reinig het luchtfilter.
Gebruik een stofzuiger of was het luchtfilter met water.
Gebruik een zachte borstel en een niet-bijtend schoonmaak-
middel als het luchtfilter erg vervuild is.
Droog het luchtfilter af en laat het drogen in de schaduw.
FXCQ20~125M8V3B
VRV systeem airconditioner
4PW25081-1C
" (REINIGINGSTIJD VOOR HET
3
2
1
4.
Bevestig het luchtfilter.
Druk langs de gids naar boven terwijl de pijl van het luchtfilter
naar boven wijst.
Vervang het luchtfilter door in omgekeerde zin de procedure te
volgen voor verwijdering van het filter.
5.
Sluit het luchtaanzuigrooster.
Raadpleeg punt
1.
6.
Druk na het inschakelen van de voeding de TERUGSTEL-
TOETS VOOR FILTERREINIGING in.
Het scherm "REINIGINGSTIJD VOOR HET LUCHTFILTER"
verdwijnt.
(Raadpleeg voor nadere details de gebruiksaanwijzing van de
buitenunit.)
LET OP
Verwijder het luchtfilter niet, tenzij om het te reinigen.
Onnodige behandeling kan het luchtfilter beschadigen.
Reinigen van de luchtuitlaat en buiten-panelen
Reinig dit met een zachte doek.
Gebruik water of een niet-bijtend schoonmaakmiddel als de
vlekken moeilijk te verwijderen zijn.
LET OP
Gebruik geen benzine, benzeen, verdunner,
poetspoeder of vloeibaar insectendodend middel.
Dit kan immers verkleuring of vervorming
veroorzaken.
Zorg ervoor dat de binnenunit niet nat raakt. Dit
kan kortsluiting of brand veroorzaken.
Reinig het luchtaanzuigrooster als het gesloten is.
V
EREISTEN VOOR HET OPRUIMEN
Het ontmantelen van de unit, behandelen van het koelmiddel, olie en
andere onderdelen moet gebeuren in overeenstemming met de
relevante lokale en nationale reglementeringen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8