TWA/STEL- en
Piekwaarden terugzetten
Voordat u begint.
U dient TWA/STEL resetten en Piek resetten te activeren in
Fleet Manager II om de meetwaarden in de detector terug te
zetten.
1.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer > Informatie
bekijken > Piekwaarden.
2.
Selecteer Houden om alle meetwaarden terug te zetten.
Houd 3 seconden lang ingedrukt om de metingen te
resetten.
Sensoren op nul zetten
Voordat u begint.
Sluit de stikstof aan indien dit een CO
1.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer Sensoren op nul
zetten.
2.
Houd 3 seconden ingedrukt.
Het op nul zetten van de sensoren start automatisch.
Het scherm toont alle huidige gasmetingen, waarbij invoer
boven nul wordt gemarkeerd.
Omgevingslucht wordt toegepast om alle sensoren die
geen CO2 zijn op nul te zetten.
Het scherm toont alle huidige gasmetingen, waarbij de
waarden die op nul worden teruggezet, worden gemarkeerd.
3.
Als u O2 niet op nul zet, klik dan op NEE in het getoonde
bericht: Is dit een CO2-eenheid?.
De nulresultaten worden weergegeven.
Druk op de knop of wacht zes seconden om de nulstelling
te beëindigen.
4.
Klik Ja als dit een CO2-eenheid is en u stikstof wilt
gebruiken om CO2 op nul te zetten.
Een gasmeting van twee minuten start automatisch.
Alle huidige gasmetingen en invoergegevens die op nul zijn
teruggezet, worden weergegeven.
5.
Sluit het gas af volgens de instructies op het scherm.
De nulresultaten worden weergegeven.
6.
Druk op de knop of wacht zes seconden om de nulstelling
te beëindigen.
De nulresultaten worden als volgt weergegeven:
• Een vinkje bij sensoren die de nulstelling hebben doorstaan
• Een kruisje bij sensoren waarbij de nulstelling is mislukt
• Een uitroepteken voor sensoren die de nulstelling hebben overgeslagen
Reageren op alarmen en berichten
Druk op de knop en laat hem los om het volgende te doen:
• reageren op een vergrendelingsalarm
• reageren op een laag alarm
• reageren op het bericht van vandaag (bijvoorbeeld herinnering kalibratie en
bumptest). Let op: de functies geforceerde kalibratie en geforceerde bumptest
kunnen niet worden overgeslagen
BW Ultra Gebruikshandleiding
-eenheid is.
2
Vergrendelingsalarmen
Als deze functie is geactiveerd tijdens een alarmtoestand
zorgt deze optie ervoor dat de alarmsignalen voor laag en
hoog gas (akoestisch, visueel en trillend) aanhouden totdat
erop het alarm wordt gereageerd en de gasconcentratie onder
de ingestelde waarde voor laag alarm zakt. Het lcd-scherm
toont de piekconcentratiewaarde totdat het alarm wordt
uitgeschakeld. Het is mogelijk dat plaatselijke voorschriften
de inschakeling van de optie "Latching Alarms" ("Vergrendelde
alarmsignalen") vereisen.
De optie is standaard uitgeschakeld.
De detector kalibreren
Voer een kalibratie uit om de gevoeligheidsniveaus van de
sensoren aan te passen en de juiste reactie op aanwezig
gassen wordt gewaarborgd.
De detector kan op twee manieren worden gekalibreerd:
• Voer gas uit een cilinder handmatig aan op de sensoren via de pompinlaat.
• Gebruik een IntelliDoX-module.
Voordat u begint. Ga naar een ruimte met een normale
atmosfeer (20,9% v/v O
Ga naar het hoofdmenu en selecteer > Kalibratie starten.
1.
2.
Houd de knop drie seconden ingedrukt om het aftellen tot
Uitschakelen weer te geven en houd in gedrukt om het
aftellen tot Kalibratie starten te beginnen.
De detector opent de functie tot nulzetten. De nulstelling
start automatisch en duurt vijf minuten.
De huidige gasmetingen worden weergegeven en invoer
boven nul wordt gemarkeerd.
3.
Sluit de kalibratieslang aan op de pompinlaat. Zorg ervoor
dat u een flowregelaar gebruikt.
4.
Bevestig dat u stikstof wilt gebruiken om CO2 op nul te
zetten.
5.
Indien Kalibratiegas nu aansluiten wordt getoond, sluit
het gas aan en wacht maximaal vijf minuten.
De detector test eerst voor een specifiek type gas. Wanneer
er voldoende van dat gas wordt gedetecteerd voor
sensorkalibratie, verschijnt er een selectievakje naast dat
gas. De kalibratie begint. De gaswaarden worden tijdens de
kalibratie op het scherm aangepast.
Indien Gas afsluiten wordt getoond, koppel het apparaat
6.
dan los van het gas. Naast de gekalibreerde sensoren
worden vinkjes weergegeven. Deze sensoren worden
gereset naar het aantal dagen tot de volgende kalibratie
(bijvoorbeeld 180 dagen).
De kalibratiecyclus duurt ongeveer twee minuten, waarna
de gebruiker wordt gevraagd Druk op de knop om verder
te gaan.
7.
Als de kalibratie succesvol was, wordt Kalibratie geslaagd
weergegeven. Druk op de knop om de kalibratie af te
sluiten.
) die vrij is van gevaarlijke gassen.
2
7