De batterij opladen
De batterij opladen
De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet
opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op.
1
Plaats de batterij in de meegeleverde batterij-
lader.
Plaats de batterij in de richting die wordt aange-
geven door de DFC -etiketten.
Laadindi-
cator
DFC -
label
Batterijlader
De camera gebruikt een NP-95 oplaadbare batterij.
R Bevestig de meegeleverde
adapter vooraleer de batterij
te laden (de adapter is bij
levering bevestigd).
Batterij
Pijl
DFC -label
Q Trek de stekker van de lader uit het stopcontact wan-
Adapter
2
Sluit de lader aan op een stopcontact.
Steek de stekker van de lader in een stopcon-
tact. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opla-
den als volgt weer:
Laadtoestand
Laadtoestand
Laadindicator
Laadindicator
Geen batterij
Geen batterij
geplaatst.
geplaatst.
Uit
Uit
Batterij volledig
Batterij volledig
opgeladen.
opgeladen.
De batterij wordt
De batterij wordt
Aan
Aan
opgeladen.
opgeladen.
Knippert
Knippert
Batterij defect.
Batterij defect.
3
Laad de batterij op.
Verwijder de batterij wanneer deze is opge-
laden. Raadpleeg de technische gegevens
( P 118) voor laadtijden (bedenk dat de laadtij-
den bij lage temperaturen toenemen).
neer deze niet wordt gebruikt.
Actie
Actie
Plaats de batterij.
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
Verwijder de batterij.
— —
Trek de stekker van
Trek de stekker van
de lader uit het stop-
de lader uit het stop-
contact en verwijder
contact en verwijder
de batterij.
de batterij.
11