Probleemoplossing
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen
Problemen en oplossingen
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
De camera kan niet worden
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
ingeschakeld.
De batterij raakt snel leeg.
De batterij raakt snel leeg.
De camera wordt plotseling
De camera wordt plotseling
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
De batterij wordt niet opgeladen.
De batterij wordt niet opgeladen. Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijlader en sluit de lader aan op een stopcontact (
Het opladen verloopt traag.
Het opladen verloopt traag.
De laadindicator brandt, maar de
De laadindicator brandt, maar de
batterij laadt niet op.
batterij laadt niet op.
Menu's en schermen
Probleem
Probleem
Het scherm is niet in het Nederlands. Selecteer
Het scherm is niet in het Nederlands.
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij op (
: Laad de batterij op (
• • De batterij is niet goed geplaatst
De batterij is niet goed geplaatst: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het compartiment
( (
P
P
12).
12).
• • De afdekkap van het batterijcompartiment is niet vergrendeld
De afdekkap van het batterijcompartiment is niet vergrendeld: Vergrendel de afdekkap van het batterijcom-
partiment (
partiment (
P
P
13).
13).
• • De batterij is koud
De batterij is koud: Warm de batterij op in een van uw zakken of op een andere plaats en stop de batterij
: Warm de batterij op in een van uw zakken of op een andere plaats en stop de batterij
pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera.
pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera.
• • Er zit vuil op de polen van de batterij
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
is als focusstand geselecteerd
is als focusstand geselecteerd: Selecteer een andere focusstand (
• • AF-C
AF-C
• • De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een
nieuwe batterij.
nieuwe batterij.
De batterij is leeg: Laad de batterij op (
De batterij is leeg
: Laad de batterij op (
Plaats de batterij in de juiste richting in de batterijlader en sluit de lader aan op een stopcontact (
Laad de batterij bij kamertemperatuur op (
Laad de batterij bij kamertemperatuur op (
• • Er zit vuil op de polen van de batterij
Er zit vuil op de polen van de batterij: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
• • De batterij is heel vaak opgeladen
De batterij is heel vaak opgeladen: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe
batterij. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan worden opgeladen.
batterij. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als de batterij nog steeds niet kan worden opgeladen.
Selecteer NEDERLANDS
NEDERLANDS voor
voor
Oplossing
Oplossing
P
P
11) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
11) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
: Plaats de batterij nogmaals en in de juiste richting in het compartiment
: Vergrendel de afdekkap van het batterijcom-
: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
: Selecteer een andere focusstand (
: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een
P
P
11) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
11) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P
P
118).
118).
: Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek.
: Het einde van de levensduur van de batterij is bereikt. Koop een nieuwe
Oplossing
Oplossing
L
L a
a
( (
P
P
80).
80).
P
P
P
P
48).
48).
P
P
12).
12).
P
P
12).
12).
11).
11).
105