M
ONTAGE VAN DE BINNENUNIT
Raadpleeg ook de montagehandleiding van de opties als u opties
monteert, behalve dan voor het sierpaneel. Al naargelang de
omstandigheden ter plaatse is het misschien gemakkelijker om de
opties te monteren vooraleer de binnenunit is gemonteerd. Bij een
bestaand plafond dient u echter de set voor aanvoer voor verse lucht
te monteren voordat u de unit monteert.
1.
Monteer de binnenunit tijdelijk.
•
Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout. Bevestig die
stevig met behulp van een moer en pakking aan de boven- en
onderkant van de ophangbeugel.
•
Bevestigen van de ophangbeugel zie
1
Moer (lokaal aan te kopen)
2
Pakking (meegeleverd met de unit)
3
Ophangbeugel
4
Dubbele moer (lokaal aan te kopen, vastdraaien)
2.
Bevestig het schemablad voor montage. (Alleen voor een
nieuw plafond.)
•
Het schemablad voor montage komt overeen met de afmetingen
van de plafondopening. Raadpleeg voor nadere details de
aannemer.
•
Het middelpunt van de opening in het plafond is aangeduid op
het schemablad voor montage. Het middelpunt van de unit is
aangeduid op de behuizing van de unit en de papieren
installatiemal.
•
Nadat het verpakkingsmateriaal van het papieren schemablad
verwijderd is, kunt u het schemablad op de unit bevestigen met
de
hierop
aanwezig
afbeelding
8.
1
Schemablad voor montage
2
Midden van de plafondopening
3
Midden van de unit
4
Schroeven (meegeleverd met de unit)
•
Pas de hoogte van de unit aan tot ze overeenstemt met de
aanduiding in
afbeelding
3.
Breng de unit in de juiste montagepositie.
(Raadpleeg
"Voorbereidingen voor de montage" op pagina
4.
Zorg ervoor dat de unit waterpas is.
•
Installeer de unit niet schuin. De binnenunit is uitgerust met een
ingebouwde afvoerpomp en debietschakelaar. (Als de unit tegen
de richting van de condenswaterstroom in hangt (de kant met de
afvoerleiding is hoger), zal de debietschakelaar mogelijk slecht
werken en kan er water uit druppelen.)
•
Zorg ervoor dat de unit waterpas is aan elk van de vier hoeken.
Gebruik daartoe een waterpas of een met water gevulde
vinylbuis, zoals in
afbeelding
1
Waterpas
2
Vinylbuis
5.
Verwijder het papierpatroon voor montage. (Alleen voor een
nieuw plafond.)
M
ONTAGE VAN DE KOELLEIDING
Raadpleeg de montagehandleiding meegeleverd met de buitenunit
voor het monteren van de koelleiding van de buitenunit.
Voer het warmteisolatiewerk volledig uit aan beide zijden van de gas-
en vloeistofleidingen. Anders kan er water lekken.
Voordat u de buizen aansluit, moet u controleren welk soort
koelmiddel wordt gebruikt.
De lokale leidingen moeten worden gemonteerd door een
erkend koeltechnicus en moeten beantwoorden aan de
lokale en nationale reglementeringen terzake.
FXFQ20~125AVEB
VRV-systeem airconditioners
3P320142-1A – 2012.10
afbeelding
6.
schroeven
zoals
weergegeven
8.
3.)
12.
■
Gebruik een pijpensnijder en een koppeling die geschikt zijn
voor het gebruikte koelmiddel.
■
Knijp het uiteinde van de buis vast of plak deze af met tape om
te voorkomen dat stof, vocht of andere vreemde voorwerpen in
de buis terecht komen.
■
Gebruik naadloze buizen van een koperlegering (ISO 1337).
■
De buitenunit is gevuld met koelstof.
■
Voer het warmteisolatiewerk volledig uit aan beide zijden van de
gas- en vloeistofleidingen om waterlekken te voorkomen.
(Wanneer u een warmtepomp gebruikt, kan de temperatuur van
de gasleiding oplopen tot ongeveer 120°C. Gebruik een isolatie
die tegen dergelijke temperaturen bestand is.)
■
Gebruik bij het aansluiten of losmaken van de leidingen aan/van
het toestel altijd een moersleutel en een steeksleutel.
1
Momentsleutel
2
Moersleutel
3
Leidingverbinding
4
Flaremoer
■
Er mag niets anders dat het gespecificeerde koelmiddel in het
koelcircuit terechtkomen, zoals lucht, enz.
■
Zie
Tabel 1
voor de afmetingen van de flaremoer en het
geschikte aanhaalmoment. (Overmatig aanspannen kan de flare
beschadigen en lekken veroorzaken.)
Tabel 1
Leiding-
in
diameter
Draaimoment
Ø6,4
15~17 N•m
Ø9,5
33~39 N•m
Ø12,7
50~60 N•m
Ø15,9
63~75 N•m
■
Wanneer u de flaremoer bevestigt, smeert u eerst de binnenkant
van de flare in met ether- of esterolie en draait u ze vervolgens
met de hand 3 of 4 slagen vast, voordat u ze stevig vastschroeft.
■
Als het koelgas tijdens de werken lekt moet u de ruimte
ventileren. Het koelgas geeft immers toxische gassen af bij
blootstelling aan vuur.
■
Controleer of er geen koelgaslekken voorkomen. Er kunnen
immers toxische gassen vrijkomen als het koelgas binnen lekt
en in aanraking komt met het vuur van bijvoorbeeld een
verwarmingstoestel of een kookfornuis.
■
Isoleer ten slotte zoals afgebeeld in de onderstaande afbeelding
(gebruik de bijgeleverde accessoire-onderdelen)
4
5
3
5
1
2
1
2
3
4
Flareafmeting A
(mm)
Flarevorm
8,7~9,1
90° ±2
12,8~13,2
A
16,2~16,6
R0.4~0.8
19,3~19,7
1
Vloeistofleiding
2
Gasleiding
3
Isolatie voor fitting voor
vloeistofleiding
4
Isolatie voor fitting voor
gasleiding
5
Klemmen
(gebruik 2 klemmen per
isolatie)
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4