Voorbereidende maatregelen
5.3.1
Schakelversterker vol-
gens EN 60079-25
Voor het gebruik van het magneetventiel
moeten in het uitgangsstroomcircuit schakel-
versterkers ingeschakeld worden. Deze die-
nen de grenswaarden van het stuurstroom-
circuit na te leven.
Bij inrichting in explosiegevaarlij ke in-
stallaties de toepasselij ke bepalingen in
acht nemen.
Zone 2-/zone 22-bedrij fsmiddelen
Voor bedrij fsmiddelen die overeenkomstig
het ontstekingsbeschermingstype Ex nA II
(niet-vonkend bedrij fsmiddel) gebruikt wor-
den, geldt conform EN 60079-15: 2003:
verbinden en onderbreken alsook scha-
kelen van stroomcircuits onder spanning
enkel toegestaan bij installatie, onder-
houd of voor reparatiedoeleinden.
Voor bedrij fsmiddelen die in stroomcircuits
met energiebegrenzing van ontstekingsbe-
schermingstype Ex nL (bedrij fsmiddelen met
energiebegrenzing) aangesloten worden,
geldt conform EN 60079-15: 2003:
bedrij fsmiddelen mogen zoals in het nor-
male gebruik geschakeld worden.
Voor het aaneenschakelen van de bedrij fs-
middelen met stroomcircuits met energiebe-
grenzing van de beschermingsklasse Ex nL
IIC gelden de toegestane maximumwaarden
van de conformiteitsverklaring en de aanvul-
lingen op de conformiteitsverklaring.
34
5.3.2
Kabeldoorvoer met ka-
belwartel
De behuizing van het magneetventiel heeft
twee boringen M16 x 1,5. Deze kunnen
naargelang de behoefte voor kabelwartels
gebruikt worden.
De dimensionering van de kabelwartel is
afhankelij k van het omgevingstempera-
tuurbereik, cf. technische gegevens,
hoofdstuk 3.2
De schroefklemmen zij n voorzien op
draaddiameters van 0,2 tot 2,5 mm² ;
aanhaaldraaimomenten ten minste
0,5 Nm.
Maximaal één spanningsbron aanslui-
ten!
Er is geen algemene aansluiting op een po-
tentiaalvereffeningsleiding vereist.
5.3.3
Elektrische hulpenergie
aansluiten
Elektrische hulpenergie (V-spanning) vol-
gens afbeelding 7 aansluiten.
beeld 7: Klemaansluiting in de behuizing
+
–
EB 3967 NL