39ZDJ9040.fm 9 ページ 2019年11月19日 火曜日 午前9時32分
Reinigen
1. Verwijder de twee schroeven van het luchtfilterdeksel en haal het deksel
weg.
2. Verwijder het schuim luchtfilterelement van het deksel.
3. Haal het papieren luchtfilterelement uit het luchtfilterhuis.
PAPIEREN
LUCHTFILTERELEMENT
SCHUIM
LUCHTFILTERELEMENT
(sommige uitvoeringen)
SCHROEVEN
LUCHTFILTERDEKSEL
4. Controleer beide luchtfilterelementen en vervang ze als ze beschadigd
zijn. Vervang het papieren luchtfilterelement altijd volgens de interval in
het onderhoudsschema (zie pagina 6).
5. Reinig de luchtfilterelementen als u ze opnieuw gebruikt.
Papieren luchtfilterelement: Tik een paar keer met het papieren
filterelement op een hard oppervlak om vuil te verwijderen, of blaas met
perslucht [maximale druk 207 kPa (2,1 kgf/cm
de luchtfilterhuiszijde door. Borstel vuil nooit weg, u drukt de vuildeeltjes
zo in de vezelstructuur. Vervang het papieren luchtfilter indien het
extreem vuil is.
Schuim luchtfilterelement: Reinig in een warm zeepsopje, spoel met
schoon water en laat dan grondig drogen. Of reinig in een niet-
ontvlambaar oplosmiddel en laat vervolgens drogen. Doe geen olie op
het schuim luchtfilterelement.
Reinigen
Uitknijpen en drogen
Niet draaien.
6. Veeg met een vochtige doek vuil weg van de binnenkant van het
luchtfilterhuis en het filterdeksel. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil
vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
7. Plaats het schuim luchtfilterelement op het deksel van het
luchtfilterelement, en plaats vervolgens het papieren luchtfilterelement
en het deksel terug in en op het luchtfilterhuis.
8. Installeer het luchtfilterdeksel en draai de twee schroeven stevig vast.
LUCHTFILTERHUIS
2
)] het filterelement vanaf
In olie
Uitknijpen
dompelen
Niet draaien.
BOUGIE
Aanbevolen bougies: CR5HSB (NGK)
U16FSR-UB (DENSO)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand hebben
en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de bougie en verwijder eventueel vuil direct
rondom de bougie.
2. Verwijder de bougie met een 16 mm (5/8-inch) bougiesleutel.
BOUGIESLEUTEL
3. Inspecteer de bougie. Vervang
deze als hij beschadigd of erg
vervuild is, als de onderlegring in
slechte conditie is of als de
elektrode versleten is.
4. Meet de elektrodenafstand met
een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig door
de zijelektrode voorzichtig iets te
buigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,6–0,7 mm
5. Monteer de bougie zorgvuldig
met de hand, om beschadiging
van de schroefdraad te voorkomen.
6. Trek de bougie nadat deze is geplaatst nog iets na met een 16 mm (5/8-
inch) bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten.
7. Bij het monteren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt nog
1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring samen te drukken.
8. Bij het opnieuw installeren van een oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog een 1/8–1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring
samen te drukken.
AANHAALMOMENT: 12 N·m
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen. Als
de bougie te strak wordt vastgedraaid, kan de schroefdraad in de cilinderkop
worden beschadigd.
9. Bevestig de bougiedop op de bougie.
NEDERLANDS
BOUGIEDOP
ZIJELEKTRODE
0,6–0,7 mm
ONDERLEGRING
9