1
2
3
4
Aangezien u de zijkanten kunt beschadigen wanneer u de flare-
moeren met alleen een momentsleutel los- of vastdraait, moet u
de afsluitklep altijd eerst met een sleutel blokkeren en dan pas
met een momentsleutel werken.
Zet geen sleutel op het klepdeksel.
1
Moersleutel
2
Momentsleutel
Oefen geen kracht uit op het klepdeksel om geen koelmiddellek
te veroorzaken.
Voor koelen bij lage omgevingstemperaturen of alle andere
werkingen onder lage druk, moet u een siliconenafdichting e.d.
aanbrengen om bevriezing van het deel van de gasleiding aan
de flaremoer te voorkomen. Raadpleeg de afbeelding.
Gebruik van de afsluitklep
Gebruik een zeskantsleutel van 4 mm en van 6 mm.
De klep openen
1.
Plaats de zeskantsleutel op de klepstang en draai naar links.
2.
Stop wanneer de klepstang niet verder draait. De klep is nu
open.
De klep sluiten
1.
Plaats de zeskantsleutel op de klepstang en draai naar rechts.
2.
Stop wanneer de klepstang niet verder draait. De klep is nu
dicht.
B
A
Waarschuwingen bij het omgaan met het klepdeksel
Het klepdeksel is verzegeld op de
plaats
die
door
de
aangegeven.
Zorg dat u het niet beschadigt.
Draai het klepdeksel goed vast nadat u de afsluiter hebt
gebruikt.
Vloeistofleiding
Gasleiding
Ga na het sluiten van het deksel na of er koelgaslekkage
voorkomt.
Montagehandleiding
7
1
Servicepoort
2
Afsluitklep
3
Aansluiting lokale leiding
4
Klepdeksel
2
Siliconenafdichting
(Zorg ervoor dat er geen
openingen blijven)
Sluitrichting
A
Vloeistofzijde
B
Gaszijde
pijl
wordt
Draaimoment
13,5~16,5 N•m
22,5~27,5 N•m
Waarschuwingen bij het omgaan met de servicepoort
Draai het klepdeksel opnieuw vast na de werkzaamheden.
Draaimoment: 10,8~14,7 N•m
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale
leidingen en de isolatie
Laat de binnen- en buitenaftakleidingen nooit in contact komen
met het klemmendeksel van de compressor.
Wanneer de leidingisolatie van de vloeistofzijde met het deksel
in contact komt, moet u de hoogte aanpassen zoals aangegeven
in de onderstaande afbeelding. Let er ook op dat de lokale
leidingen niet in contact komen met de bouten of buitenpanelen
van de compressor.
Als de buitenunit boven de binnenunit is geïnstalleerd, kan dit
het gevolg zijn:
Gecondenseerd water op de afsluitklep kan naar de binnenunit
lopen. Voorkom dit door de afsluitklep in isolatiemateriaal in te
pakken.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve
vochtigheid meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal
ten minste 20 mm dik zijn om condensatie aan het oppervlak te
voorkomen.
Isoleer de lokale leiding aan de vloeistof- en de gaszijde en het
koelmiddelaftakpakket.
LET OP
Blote leidingen kunnen condensatie of brand-
wonden veroorzaken wanneer u ze aanraakt.
(De leiding aan de gaszijde kan temperaturen tot ongeveer
120°C bereiken; werk dus met isolatiemateriaal dat tegen
dergelijke temperaturen bestand is.)
1
2
3
Waarschuwingen voor flareaansluiting
Zie de tabel voor de afmetingen als u met flares werkt en voor
de draaimomenten. (Door te vast aan te draaien kan de flare
splijten.)
Leiding-
Draaimoment
dikte
flaremoer
Ø9,5
33~39 N•m
Ø15,9
63~75 N•m
Ø19,1
98~110 N•m
RR+RQ71+100B8V3B + RR+RQ71B2V3B + RR+RQ71~125B8W1B +
4
1
Compressor
2
Klemmendeksel
3
Lokale binnen- en
buitenleiding
4
4
Kurk, enz.
5
Isolatiemateriaal
5
6
Bouten
5
A
Wees voorzichtig
met aansluitingen
6
van leidingen,
bouten en het
buitenpaneel
A
A-afmetingen
voor werken
met flares (mm)
Flarevorm
90° ±2
12,8~13,2
A
19,3~19,7
R=0.4~0.8
23,6~24,0
RR+RQ71B2W1B
Split-systeem airconditioners
4PW23689-1C