5.1
Algemene informatie over het Setup-programma
Het Setup-programma dient voor het configureren van zenders en ontvangers met
een PC. De configuratiegegevens kunnen op schijven worden gearchiveerd en afge-
drukt.
Configureerbare parameters zijn:
•
zender-ID
•
zendinterval
•
zendfrequenties (alleen bij 915 MHz)
•
zendvermogen
In de fabriek is het volgende ingesteld:
•
zender-ID doorlopend
•
zendinterval (10s)
•
zendfrequentie 868,4 MHz (Europa) of
915,4 MHz (Amerika, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland);
in de frequentieband 915 MHz zijn tien frequenties configureerbaar
•
zendvermogen maximaal (+10 dBm)
Met het Setup-programma kunnen gewijzigde parameters op elk moment weer met
de fabrieksinstelling worden overschreven.
De verbinding tussen zender en PC wordt gemaakt d.m.v. een PC-interface (USB/
TTL- of TTL/RS232).
Afbeelding 8: Setup-programma van de zender
5 Setup-programma
17