6.9.4
Retouren
Retouren moeten worden geboekt als een klant producten teruggeeft nadat ze met een bonafsluiting verkocht zijn.
Voorbeeld: Er wordt een bedrag van 10,- € op omzetgroep 1 teruggegeven.
Sleutelschakelaar in de
●
stand REG.
Bevestig met de toets
●
Teruggave.
Registreer de
●
teruggegeven
producten op de
gebruikelijke manier.
Bevestig met de toets
●
CONTANT.
In het financieel rapport worden het aantal en de totale som van de retouren opgesomd. Via de
Opmerking:
systeemoptie 35 kunt u het printen van deze gegevens in het financieel rapport toelaten (standaardinstelling)
of onderdrukken (zie paragraaf 5.13).
6.10
Betalingen in de kas
Betalingen in de kas, bijvoorbeeld kredietterugbetalingen, worden als volgt geregistreerd:
Voorbeeld: Er wordt een bedrag van 500,- € betaald.
Sleutelschakelaar in de
●
stand REG.
Voer het in de kas te
●
betalen bedrag in.
Bevestig met de toets
●
Storting.
In het financieel rapport worden het aantal en de totale som van de betalingen in de kas opgesomd.
Opmerking:
6.11
Betalingen uit de kas
Voorbeeld: Er wordt een bedrag van 60 € uitbetaald.
Sleutelschakelaar in de
●
stand REG.
Voer het uit de kas te
●
betalen bedrag in.
Bevestig met de toets
●
Uitbetalling.
In het financieel rapport worden het aantal en de totale som van de betalingen uit de kas opgesomd.
Opmerking:
Olympia
2011
Kasregister CM 910 / 911 / 912
Invoer
Invoer
Invoer
Pag. 55
Kassabon
OG 01
1
-10,00
----------------------------------------------------
BTW 1
19,00%
TOT.ZONDER BTW
----------------------------------------------------
TOTAAL
CONTANT
17-06-2011
Kassabon
----------------------------------------------------
STORTING:
17-06-2011
Kassabon
----------------------------------------------------
UITBETALING:
17-06-2011
Technische wijzigingen voorbehouden!
RETOUR
-10,00T1
-1,60
-8,40
-10,00
-10,00
#11
500,00
#12
60,00
#13