5.7
Aanduiding voor de betalingswijze programmeren
De optie item 'Financieel' legt vast, hoe een aankoop moet worden betaald. Er zijn vijf verschillende instellingen voor het
item 'Financieel'.
De drie meest gebruikte instellingen zijn als toets op het toetsenbord beschikbaar:
CONTANT
●
Kaart
●
Cheque
●
Daarnaast kunnen op het toetsenbord nog de volgende instellingen voor de betalingswijze worden geprogrammeerd:
Krediet 1
●
Krediet 2
●
De aanduiding van de betalingswijze wordt op de kassabonnen en kassarapporten gebruikt en kan bij behoefte worden
aangepast:
Voorbeeld: De aanduiding van de betalingswijze 'Kaart' moet in 'ABC' worden hernoemd.
Sleutelschakelaar op PRG.
●
●
Programmeernummer 08
selecteren (zie paragraaf
5.1.2).
Bevestig met de toets
●
CONTANT.
Selecteer de gewenste
●
instelling voor het item
'Financieel': Wissel tussen de
verschillende instellingen voor
de betalingswijze met de toets
CONTANT.
Navigeer met de toetsen
●
en in het invoerveld.
Bevestig met de toets
●
CONTANT.
Wis de bestaande tekst.
●
Voer de nieuwe aanduiding in
●
(tekstinvoer zie paragraaf 5.2).
Sluit de tekstinvoer met de
●
toets CONTANT af.
Beëindig de programmering
●
van de betalingswijze door
drukken op de toets Subtotaal.
Olympia
2011
Kasregister CM 910 / 911 / 912
Invoer
1x
2x
3x
Pag. 29
Display
=FINANCIEEL
[CONTANT
]
=FINANCIEEL
[KAART
]
[KAART
]
KAART
A
AB
ABC
[ABC
]
Technische wijzigingen voorbehouden!
1- 1
2- 1