Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.2
Werkwijze voor tekstinvoer
Invoer van cijfers, letters en speciale tekens
1.
Na drukken op een toets worden alle tekens die aan op deze toets toegewezen zijn, weergegeven.
2.
De invoer van cijfers, letters en speciale tekens verloopt op dezelfde manier als bij een mobiele telefoon. Voorbeeld:
Voor invoer van een A drukt u 1x op de toets 8 ABC.
●
Voor invoer van een B drukt u 2x op de toets 8 ABC.
●
Voor invoer van een C drukt u 3x op de toets 8 ABC.
●
enzovoort.
●
3.
Opmerking:
Sla elke letter op door drukken op de toets CONTANT.
4.
5.
De cijfers tussen haakjes geven weer hoeveel tekens kunnen worden ingevoerd (achterste cijfer) en hoeveel cijfers
al ingevoerd zijn (voorste cijfer). Voorbeeld: (1/18) Er is één teken van in totaal 18 mogelijke tekens ingevoerd.
Sla de voltooide invoer op door drukken op de toets CONTANT.
6.
Voorbeeld: Tekstinvoer van 'AU'
Olympia
2011
Kasregister CM 910 / 911 / 912
Als alternatief kunt u elke letter door drukken op de toetsen en ž selecteren.
Invoer
CONT.=JA SUBTOT.= NEE
A
ABC.:
A
CONT.=JA SUBTOT.= NEE
AU
ABC.:
T
Display
B
C
a
b
c
8
Ä
U
V
t
u
v
2
Ü
Pag. 16
( 1/18)
Á
Å
( 2/18)
Ú
Ü
Technische wijzigingen voorbehouden!
Advertenties
Inhoudsopgave
