3.3 Gesloten verbranding (
3.3.1.
Dit type rookgasafvoeren worden gebruikt als rookgasafvoer die via een buitenmuur naar buiten wordt geleid.
3.3.2
3.3.3 Plaatsing muurdoorvoer
1. Controleer eerst de muurdoorvoer op beschadigingen.
2. Bepaal de plaats van de muurdoorvoerconstructie.
3. Maak het gat voor de muurdoorvoer.
4. Plaats de koker voorzichtig van binnenuit door de muur. Pas de lengte
aan, aan de muurdikte.
5. De muurkoker moet luchtdicht aansluiten aan de verbrandingskamer.
Om aanzuiging van valse lucht te voorkomen dient men de
meegeleverde spieën goed aan te kloppen.
6. Plaats de muurdoorvoer horizontaal of licht omhoog hellend naar
buiten toe.
7. De opening tussen muur en muurkoker afdichten met isolatiemateriaal of
dicht‐cementeren om te voorkomen dat koude buitenlucht in de kamer zou
komen.
8. Zet de buitenrooster vast aan de muurdoorvoer.
Opmerkingen:
•
De muurkoker moet horizontaal of licht omhoog hellend naar buiten toe geplaatst worden. Nooit laten
afhellen naar buiten om insijpelen van regenwater te voorkomen: dit is nefast voor een goede werking van het
toestel.
•
Indien de muurkoker door een spouwmuur loopt is het van groot belang de openingen (overgang
telescopische buizen) die nog in de muurkoker zitten af te dichten, om trekverliezen te voorkomen.
7
Gebruiksaanwijzing
P41, P61, P81, P11 en P45
W
?
ANNEER GEBRUIKEN
A
FMETINGEN
)
.
KW203 muurkoker P41
KW205 muurkoker P45‐P61
KW206 muurkoker P81‐P11