Inleiding 1. 1.1. Verwelkoming Gefeliciteerd met de aankoop van uw Well Straler gastoestel! Wij verheugen ons u als klant te hebben. Met dit kwaliteitsproduct zal u jarenlang stookplezier hebben en kunnen genieten van het unieke vlammenspel en de gezellige warmte. Lees eerst zorgvuldig deze gebruiksaanwijzing voordat u het toestel in gebruik neemt. Bewaar dit boekje goed. Het plaatsen en in werking stellen moet door vakmensen gebeuren volgens gangbare normen. Laat bij het in werking stellen, uw installateur u inlichten over het gebruik, de bediening en het onderhoud van uw toestel. Elk toestel is getest, nauwkeurig afgeregeld en verzegeld in de fabriek gelijkvormig de categorie I2E+, respectievelijk I3+. Bij wijzigingen aan de regelorganen door onbevoegde personen vervalt de waarborg en vrijwaart Well Straler van alle verantwoordelijkheid betreft de veiligheid en de goede werking van het apparaat. Het toestel is voorzien van een hittebestendige laklaag. Tijdens de eerste stookuren is het volkomen normaal dat er een geur ontstaat door het inbranden van de lak, dit is echter ongevaarlijk. Om dit zo snel mogelijk te verhelpen dient men het toestel enkele uren volop te laten branden en de ruimte goed te ventileren. ...
1.3. Veiligheid 1.3.1. In acht te nemen veiligheidsvoorschriften • Gebruik het toestel uitsluitend voor verwarming, niet voor andere doeleinden. • Zorg ervoor dat gordijnen of andere brandbare materialen niet in contact kunnen komen met het gastoestel. • Laat niet toe dat kleine kinderen of zwakkere personen direct voor het gastoestel slapen. • Verboden op het gastoestel te gaan zitten. • Niets tegen of op het gastoestel plaatsen. • Kinderen of personen die niet op de hoogte zijn van de werking van het toestel mogen enkel onder toezicht in de nabijheid van het toestel komen. • Spuit geen aerosol op het gastoestel als het in gebruik is. • Verboden ontvlambare materialen, beplanting enz. voor de rookafvoer te plaatsen. • Verboden ontvlambare producten te bewaren in de buurt van het gastoestel. • De onderdelen van de rookafvoer mogen niet in contact komen met brandbaar materiaal. • Nooit de afsluitkraan open laten staan als het toestel gedoofd is. • Nooit een lek opzoeken d.m.v. een vlam; dit geschiedt uitsluitend door de delen waar zich een gasontsnapping kan voordoen in te smeren met zeepwater. • Een gebroken of gescheurd glas dient vervangen te worden, alvorens het toestel opnieuw te gebruiken. • Het is verboden brandbare stoffen op de keramische houtblokken‐, kolen‐ of keienset te leggen. • De voorzijde is het actieve oppervlak van het toestel. Raak dit niet aan als het toestel in werking is. •...
1.3.4. Communicatieveiligheid zender‐ontvanger De afstandsbediening beschikt over een communicatieveiligheid, ingebouwd in de software. Deze geeft het systeem een bijkomende veiligheid wanneer het in THERMO of PROGRAM mode staat. Deze veiligheid treedt in werking van zodra de zender buiten het bereik van de ontvanger wordt geplaatst en werkt als volgt (enkel bij THERMO en PROGRAM mode): De zender meet elke 2 minuten de omgevingstemperatuur en vergelijkt deze met de ingestelde SET temperatuur. Samen met deze meting stuurt de zender een RF‐signaal naar de ontvanger om weer te geven dat de zender zich in het werkingsbereik bevindt. Wanneer de ontvanger dergelijk signaal niet ontvangt in een tijdspanne van 5 minuten betekent dit dat de zender buiten bereik is en dus geen verdere opdrachten kan doorgeven. Op dit moment begint de ...
1.4. Toestellen met ventilator Om koude luchtstromen te voorkomen bij een afgekoeld toestel, treedt de ventilator automatisch 4 minuten na het ontsteken van de brander. Na het doven van de brander blijft de ventilator nog 15 minuten nablazen om de restwarmte volledig te benutten. 2. Bediening van uw toestel Enkele voordelen van de Well Straler nieuwe productgeneratie: • Automatische ontsteking zonder permanente waakvlam; • Exacte, digitale temperatuurcontrole in een straal van ± 6 m rond het toestel; • Draadloze bediening van alle functies van uw toestel in een straal van ± 6 m; • Vier verschillende manieren van werken (AAN/UIT – THERMOSTATISCH – WEEKPROGRAMMA – COUNTDOWN TIMER); • Volautomatische geprogrammeerde werking aan de hand van een vooraf in te stellen weekprogramma (4 onafhankelijke programma’s per dag, 7 dagen per week); • Manuele regeling vlamhoogte aan de ontvanger; BELANGRIJK: Voor een goede werking van het apparaat moeten zender en ontvanger op elkaar afgesteld zijn (Zie 2.6.2. LEARN, p.15). Indien het werkingsbereik kleiner is dan 6 m moet de antenne van de ontvanger (zwarte draad aan de zijkant van de ontvanger) verplaatst worden. 2.1. De zender De zender werkt op 2 AAA 1,5V batterijen. Om een degelijke werking te garanderen is het aanbevolen gebruik te maken van ALKALINE‐batterijen. Van zodra er 2 AAA 1,5V batterijen in de voorziene houder aan de achterkant van de zender geplaatst worden (let op de polariteit) zal de huidige kamertemperatuur of de tekst ‘LEARN’ af te lezen zijn op het LCD‐ scherm. Is dit niet het geval, dan dient u te controleren of de batterijen goed geplaatst zijn. OPGELET: Gebruik steeds het juiste type batterijen, dit om explosiegevaar te vermijden. Denk aan het milieu en breng gebruikte batterijen naar een inzamelpunt. 2.2. Het LCD scherm 1. PROGRAM FOR: verschijnt tijdens programmatie van dag en periode van dag. ...
11. OVERRIDE: verschijnt wanneer men de vooraf ingestelde SET temperatuur tijdelijk wijzigt. 12. FLAME: geeft weer dat het toestel brandt, 1 vlam = kleinstand, 2 vlammen + HI = grootstand. 13. CP: verschijnt wanneer het ‘kinderslot’ actief is. Het ‘kinderslot’ wordt geactiveerd/gedesactiveerd door de toetsen TIMER en FAN tegelijkertijd in te drukken gedurende 5 seconden. 14. FAN: geeft weer of de ventilator in grootstand (FAN HI), mediumstand (FAN MED) of kleinstand (FAN LOW) staat. 15. TRANSMIT: antennesymbool verschijnt even telkens er een signaal naar de ontvanger wordt gestuurd en knippert langzaam wanneer de zender geen verbinding meer heeft met de ontvanger. OPMERKING: Wanneer het antennesymbool heel snel knippert, betekent dit dat er een toets geblokkeerd is. De afstandsbediening zal niet meer correct functioneren tot deze toets opnieuwvrijgemaakt is. 2.3. Initiële ‘set‐up’‐programmering van de afstandsbediening Om de initiële set‐up door te voeren moeten er batterijen in de zender geplaatst zijn. ...
2.3.2. Instellen van de dag van de week 5. Na stap 3 hierboven zal de weekdag beginnen knipperen op het LCD scherm. 6. Om deze in te stellen, drukt u op de FLAME- FLAME+ AHEAD‐ of BACK‐toets aan de MODE voorzijde van de zender. MODE AUTO 7. Druk SET om uw keuze te bevestigen. REVIEW RESET RETURN...
kunt dit programma wijzigen door onderstaande procedure te volgen. Er kan ten allen tijde naar de U fabrieksinstellingen teruggekeerd worden (zie hoofdstuk 2.4.3. Opheffen programma). 2.4.1. Programmatie dag/periode van dag/temperatuur Eigen programma: Voormiddag Dag Avond Nacht DAG Uur Temp Temp Temp Uur Temp zondag (SU) ...
6. Om de gewenste kamertemperatuur in te stellen drukt u op de + of ‐ toets. FLAME- FLAME+ 7. Wanneer de gewenste temperatuur op het MODE scherm verschijnt drukt u PROG om te MODE AUTO bevestigen. 8. Na stap 7 zal de volgende periode van REVIEW RETURN RESET dezelfde ...
2.5. Bediening van uw toestel 2.5.1. Manueel (ON/OFF) Druk gelijktijdig op de UP‐ en + toetsen tot er ON verschijnt op het LCD scherm. Samen met ON verschijnen ook FLAME en 1 vlammetje op het scherm. De waakvlam van uw toestel zal nu automatisch ontstoken worden: gedurende maximaal 60 seconden zullen vonken overslaan tussen de ontstekingskaars en de ...
Automatisch (PROGRAM) 2.5.3. Vanuit de THERMO‐stand drukt u kort op MODE. Het LCD‐scherm vertoont volgende gegevens: Dag en periode waarin u zich bevindt (MORN/ DAY/EVE/NITE), afhankelijk van het ingestelde programma; ON/OFF of het toestel brandt of niet; De omgevingstemperatuur (TEMP); De gewenste geprogrammeerde temperatuur voor deze periode (SET); FAN – LOW/MED/HI geeft de gekozen snelheid van de ventilator weer. Het toestel zal nu volautomatisch functioneren afhankelijk van het ingestelde weekprogramma. ...
2.5.6. Temperatuur tijdelijk manueel veranderen (OVERRIDE) Het is ten allen tijde mogelijk de vooraf geprogrammeerde SET‐temperatuur te wijzigen zonder daarvoor veranderingen in het programma te moeten doorvoeren. Deze wijziging wordt automatisch opgeheven bij het veranderen van periode. Druk in de PROGRAM‐modus op + / ‐ om de SET‐temperatuur te veranderen. OVERRIDE zal verschijnen ...
2.5.9. Low battery LOW verschijnt op het scherm wanneer de batterijen aan vervanging toe zijn. Na het verschijnen van LOW zal uw toestel nog gedurende ongeveer 2 weken goed kunnen functioneren. Het is raadzaam de batterijen zo snel mogelijk te vervangen. Het vervangen van de batterijen dient als volgt te gebeuren: Druk eerst en vooral op de OFF‐toets tot er OFF op het scherm verschijnt; Wacht 2 minuten (het systeem sluit volledig de huidige operationele modus af); Batterijen één per één uitnemen; Nieuwe batterijen plaatsen, rekening houdend met de polariteit. 2.5.10. Plaats van de zender Aangezien ...
2.6.2. LEARN (op elkaar afstemmen van zender en ontvanger) Elke zender kan beschikken over 1.048.576 veiligheidscodes. Alvorens over te gaan tot het op elkaar afstemmen van de zender en de ontvanger moet de schakelaar op de ontvanger in de REMOTE‐positie staan, en moet de zender in de OFF‐stand staan. Druk de LEARN‐toets op de ontvanger in gedurende 3 seconden tot u een piepsignaal hoort. Druk nu binnen de 10 seconden gelijktijdig op de UP‐ en DOWN‐toetsen van de zender om de communicatie tot stand te brengen. De ontvanger is nu afgesteld op de zender. 2.6.3. Aansluiten van de ontvanger Hoog/laag Aan/uit Aansluiting ...
UITERST BELANGRIJK: LET OP EEN CORRECTE AANSLUITING VAN DE BEDRADING!! 2.6.4. Bevestiging thermostaatvoeler De ontvanger is uitgerust met een extra thermostaatvoeler die geactiveerd wordt wanneer het signaal van de zender wegvalt. Deze thermostaatvoeler is zelfklevend en kan aldus op elk glad oppervlak bevestigd worden. Let op dat de voeler geplaatst wordt daar waar een normale luchtcirculatie door convectie mogelijk is. Het is aan de installateur om zelf de meest geschikte plaats te kiezen. Antenne Thermostaatvoeler ...
2.7. Probleemoplosser STORING OORZAAK OPLOSSING Alleen langzaam knipperend Ontvanger niet afgestemd op Voer ‘LEARN’‐procedure uit (zie 2.6.2.) antennesymbool of LEARN zender zichtbaar op LCD na plaatsen van de batterijen Toestel reageert niet op Ontvanger staat in de ‘OFF’ Zet knop op ontvanger in ‘REMOTE’ positie zender positie Ontvanger niet afgestemd op Voer ‘LEARN’‐procedure uit (zie 2.6.2.) zender Zender buiten ontvangstbereik Verplaats antenne van ontvanger naar van ontvanger vrije ruimte (buiten toestel is maximum bereik) om ontvangstbereik te vergroten Rode led op ontvanger Temperatuursensor in zender Zender vervangen knippert (0,5 s aan/ 0,5 s uit) werkt niet meer Rode led op ontvanger Zender buiten ontvangstbereik Toestel zal blijven functioneren knippert (0,5 s aan/ 0,5 s uit) van ontvanger Knipperen zal stoppen wanneer zender en antennesymbool op LCD (temperatuursensor van ...
2.9. Verklaring toetsduur Sommige toetsen hebben een verschillende functie naargelang ze kort of lang ingedrukt worden: MODE toets : langer dan 3 seconden indrukken om van MANUELE mode naar THERMO mode te gaan kort indrukken om te wisselen tussen THERMO en PROGRAM mode PROG toets : langer dan 4 seconden indrukken om naar PROGRAMMEER mode te gaan kort indrukken om programma te overlopen TIMER toets : langer dan 2 seconden indrukken om TIMER te programmeren kort indrukken om huidige tijd te bekijken TIMER + FAN toets : langer dan 5 seconden indrukken om kinderslot te activeren UP + PLUS toets : langer dan 3 seconden indrukken om aan te steken Alle tijden korter dan de opgegeven tijden worden beschouwd als een korte toetsindruk. Belangrijk: De waakvlam is de veiligheid en zekering van het toestel. Indien wegens om het even welke reden de waakvlam gedoofd is, zal men minstens 5 min. wachten alvorens opnieuw te ontsteken. 3. Plaatsing van het toestel (voor meer details, zie installatievoorschrift) Dit toestel moet conform aan de laatst van kracht zijnde voorschriften aangesloten en geïnstalleerd worden door een erkende installateur. Het mag alleen worden gebruikt in een voldoende geventileerde ruimte indien het een toestel met open verbranding is. Het toestel is bedoeld voor gebruik in combinatie met een gasinstallatie voorzien van een beheerde meter. Voor wat betreft de schoorstenen voor gaskachels/gashaarden dient de norm NBN B61‐002 “Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen kleiner dan 70 kW gevolgd te worden – Voorschriften voor hun ...
3.1. Leidingen en gas‐ netstroomaansluitingen • Norm voor aardgasinstallaties NBN D51‐003 “Binnenleidingen voor aardgas en plaatsing van de verbruikstoestellen – Algemene bepalingen”. • Norm voor butaan en propaangasinstallaties : NBN D51‐006 “Binnenleidingen voor commercieel butaan of propaan in gasfase op een werkdruk van max. 5 bar en plaatsing van de verbruikstoestellen – algemene bepalingen”. ...
waarborg vervalt indien het toestel hetzij slecht onderhouden of verkeerd gebruikt werd, hetzij bij ongeval of ramp beschadigd, welke aan een oorzaak te wijten is vreemd aan het toestel zelf, ofwel door niet aangewezen personen hersteld werd. De waarborg dekt niet het vervangen van breekbare onderdelen of stukken in contact met ...