Het aan de ontvanger toegewezen toetsenpaar (kanaal 1: toets ("(1)" en "(4), kanaal 2: toets
"(2)" en "(3)" wordt kort (minder dan 5 seconden) gelijktijdig ingedrukt.
Via deze toetsen wordt de timertijd –meting zowel gestart als beëindigd. Tijdens de tijdme-
ting knippert de LED van de ontvanger.
Voor de eigenlijke programmering van de timer gelden de aanwijzingen in de bijbe-
horende gebruiksaanwijzingen van de ontvanger.
De inschakelduur (zie hfst. 9.g, pagina 16) heeft voorrang boven de interne timer –instelling
van de ontvanger, als er een zendcommando (zie hfst. 9.f, pag. 16) tussen "33" en "43" is
ingesteld.
Om met de regensensor de interne timertijd van de ontvanger te gebruiken, dient u
een zendcommando tussen 11 en 32 te kiezen (zie hfst. 9.f, pag. 16).
10. Aanwijzingen betreffende het bereik
Bereik en storingen
•
Het FS20 radiografische zendsysteem werkt in het 868MHz –bereik, dat ook door andere
radiografische diensten gebruikt wordt. Daardoor kan het door apparaten die op dezelfde
resp. op een naburige frequentie werken, tot beperkingen van het gebruik en het bereik
leiden.
•
Het aangegeven bereik van maximaal 100m is het zogenaamde "vrije veld"-bereik, d.w.z.
het bereik bij zichtcontact tussen zender en ontvanger. In de praktijk bevinden zich echter
muren, plafonds enz. tussen zender en ontvanger, waardoor het bereik dienovereen-
komstig gereduceerd wordt.
Andere oorzaken voor een verminderd bereik:
•
Hoge frequentie –storingen van allerlei soort
•
Bebouwing van allerlei soort en vegetatie
•
Geleidende metalen, die zich in de nabijheid van de apparaten resp. binnen of vlak bij het
zendtraject bevinden, b.v. radiatoren, geïsoleerd folieglas, plafonds van gewapend beton,
enz.
•
Beïnvloeding van de stralingskarakteristiek van de antennes door de afstand van zender
of ontvanger tot geleidende vlakken of voorwerpen (ook tot het menselijk lichaam of de
vloer).
•
Breedbandstoringen in stedelijke gebieden, die de signaal -ruisafstand verkleinen; het
signaal wordt in dit "ruisen" niet meer herkend.
•
Instraling van slecht afgeschermde elektronische apparaten, b.v. open gebruikte com-
puters o.d.
11. Gebruik
Let op alle veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing!
De regensensor mag vanwege de constructie ook in het buitenbereik gebruikt worden, als de
behuizing en de kabeldoorvoering volledig en correct gesloten zijn.
De montage dient daarbij doelmatig en vakkundig plaatsvinden.
19