De volgende 15 sub –adressen zijn mogelijk per adresgroep:
11, 12, 13, 14, 21, 22. 23, 24, 31, 32, 33, 34, 41, 42, 43
De "44" mag niet gebruikt worden.
In het voorbeeld is het zonnescherm geprogrammeerd met het enkele adres 1211, dat is
samengesteld uit adresgroep 12 en sub –adres 11.
Bij de ontvangers in kamer A werden bovendien alle ontvangers op een locaal Master –adres
(in het voorbeeld 1144) geprogrammeerd.
Bij het locale Master –adres moet als sub –adres steeds "44" gebruikt worden. De
adresgroep kan ingesteld worden op 11, 12, 13, 14, 21, 22. 23, 24, 31, 32, 33, 34,
41, 42, 43.
Voorbeeld: 1144, adresgroep 11, sub –adres 44.
Alle lampen in huis kunnen aangestuurd worden via het globale Master –adres 4444.
Het zonnescherm werd met opzet niet op dit adres geprogrammeerd en kan daarom alleen
via het enkele adres ervan (1211) aangesproken worden; het scherm moet in dit voorbeeld
bescheiden bediend worden.
De plafondlampen in alle kamers zijn bovendien tot een functiegroep samengevat (in het
voorbeeld 4411), adresgroep 44, sub –adres 11) en kunnen daardoor ook gemeenschap-
pelijk aangestuurd worden.
Voor een functiegroep moet als adresgroep steeds "44" gebruikt worden. Het sub –
adres kan worden ingesteld op 11, 12, 13, 14, 21, 22. 23, 24, 31, 32, 33, 34, 41,
42, 43.
Voorbeeld: 4411, adresgroep 44, sub –adres 11.
9. Programmering / Gebruik
a) Invoegen van de "FS20SR" in het adres -systeem
Let op:
De componenten van het FS20 – radiografische schakelsysteem reageren in de
toestand bij uitlevering niet op commando's op afstand. Ze moeten in overeen-
stemming met de gebruiksaanwijzing van het desbetreffende schakelapparaat
eerst door de zender geadresseerd worden.
Pas daarna is het aansturen door de zender mogelijk.
Alle instellingen zoals adressering, codering, timer -programmering kunnen via vier toetsen
en de twee steekbruggen op de printplaat binnenin de regensensor "FS20SR"
geprogrammeerd worden.
Na de programmering werkt de regensensor volledig autonoom en heeft verder
geen bediening meer nodig.
13