6.6 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden – conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde – aan de valversnelling op de plaats van instelling van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet in de fabriek op locatie is gejusteerd).
Een dergelijk justeringsproces dient men uit te voeren bij eerste ingebruikname, na
elke wijziging van locatie als ook bij veranderingen in de omgevingtemperatuur. Om
precieze meetwaarden te bereiken is het aanbevolen om cyclisch de weegschaal ook
in weegmodus te justeren.
6.7 Justeren
Met behulp van ingebouwde kalibratiemassa is het mogelijk om op elk moment
weegschaalprecisie te controleren en opnieuw in te stellen.
Handelingen tijdens justeren:
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor stabilisatie is opwarmingstijd
essentieel van ca. 1 minuut.
De toets
drukken en gedrukt houden totdat op display het symbool "CAL 0" en
vervolgens precieze waarde van kalibratiemassa verschijnt.
Kalibratiemassa voorzichtig in het midden van het weegplateau plaatsen.
Een moment later verschijnt het symbool "F" en vervolgens wordt de weegschaal
uitgeschakeld.
Bij foutief justeren of foutieve kalibratiemassa wordt het symbool "E" afgelezen en
vervolgens wordt de weegschaal uitgeschakeld.
10
442-BA-nl-0315