Proline t-mass I
Inloop- en uitlooplengten
Een volledig ontwikkeld doorstroomprofiel is een voorwaarde voor een optimale thermische
flowmeting.
Om de best mogelijke meetresultaten te bereiken, moeten de volgende minimale inloop- en
uitlooplengten worden aangehouden.
• In geval van bidirectionele sensoren moet ook de aanbevolen inlooplengte in de
tegenovergestelde richting worden aangehouden.
• Wanneer ernstige verstoringen van de doorstroming optreden, moeten
stromingsgelijkrichters worden toegepast.
• Gebruik stromingsgelijkrichters wanneer het niet mogelijk is de benodigde inlooplengten
aan te houden.
• In geval van regelkleppen, hangt de beïnvloeding af van het type klep en de mate van
opening. De aanbevolen inlooplengten bij regelkleppen is 50 × DN.
• In geval van zeer lichte gassen (helium, waterstof), wordt de aanbevolen inlooplengte
verdubbeld.
15 × DN
3
Reductie
15 × DN
5
90° bocht
50 × DN
7
Regelklep
Endress+Hauser
2 × DN
A0040193
2 × DN
A0039440
2 × DN
A0039445
25 × DN
4
Expansie
20 × DN
6
2 × 90° bocht
30 × DN
8
2 × 90 ° bocht, 3-dimensionaal
Installatie
2 × DN
A0040192
2 × DN
A0039441
2 × DN
A0039442
15