Inhoudsopgave
Advertenties
Proline t-mass I
Leidingen
Het meetinstrument moet professioneel worden geïnstalleerd waarbij de volgende
punten moeten worden aangehouden:
• Las leidingen professioneel.
• Gebruik afdichtingen met de correcte afmetingen.
• Lijn alle flenzen en afdichtingen correct uit.
• Verwijder de beschermkap van het sensorelement.
• Na de installatie moet de leiding vrij zijn van vuil en deeltjes om schade aan de sensor te
voorkomen.
• Voor meer informatie→ ISO-norm 14511.
Insteekdiepte
De minimale lengte van de insteekversie kan worden bepaald met het Applicator-programma
(versie of hoger) van Endress+Hauser of met de formule hieronder. De berekende
noodzakelijke insteekdiepte moet binnen het instelbereik van de geselecteerde insteekversie
liggen.
LET OP
Metalen klemringen zijn onderhavig aan plastische vervorming gedurende de eerste
installatie.
Daarom is de insteekdiepte vast na de eerste installatie en kunnen de klemringen niet meer
worden vervangen.
‣
Houd de informatie aan betreffende de voorwaarden en het bepalen van de insteekdiepte.
‣
Controleer de insteekdiepte zorgvuldig voor het vastzetten van de klemringen.
2
Bepaal de afmetingen A, B, C1 en C2
A
In geval van een ronde leiding: de binnendiameter (DN); in geval van een kanaal: de binnenafmeting
B
Dikte van de leidingwand of kanaalwand
C1
Montageset
C2
Sensorleidingverbinding
Endress+Hauser
230
9
220
210
8
200
190
180
7
230
9
220
210
8
200
190
180
7
Installatie
230
9
220
210
8
200
190
180
7
A0039548
13
Advertenties
Inhoudsopgave
