Installatie
5
Installatie
5.1
Montagevoorwaarden
Er zijn geen speciale maatregelen, zoals bijvoorbeeld ondersteuningen nodig. Externe
krachten worden opgenomen door de constructie van het instrument.
5.1.1
Montagepositie
Positie
De doorstroomrichting moet overeenkomen met de richting van de pijl op de sensor. Bij een
bidirectionele sensor wijst de pijl in de positieve doorstroomrichting. Bij een bidirectionele
meting, moet het sensorelement worden geïnstalleerd met een nauwkeurigheid van 3°.
Verticale inbouwpositie
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan bovenzijde
Horizontale inbouwpositie,
transmitter wijst naar beneden
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan zijkant
Inbouwpositie onder een hoek,
transmitter wijst naar beneden
1)
In geval van verzadigde of onzuivere gassen, verdient een verticale inbouwpositie te voorkeur teneinde
condensatie of vervuiling te voorkomen. Voor bidirectionele sensoren moet een horizontale inbouwpositie
worden gekozen.
2)
Kies inbouw onder een hoek (α = circa 135°) voor zeer nat of met water verzadigd gas (bijv. vergistingsgas, niet
gedroogde perslucht), of wanneer afzettingen of condensaat aanwezig zijn.
12
Positie
Proline t-mass I
Aanbeveling
1)
A0015591
A0015589
2)
A0015590
A0015592
2)
A0015773
Endress+Hauser