Installatie
Berekenen van de insteekdiepte
Insteekdiepte = (0,3⋅ A) + B + (C1 + C2)
De insteekdiepte moet minimaal 100 mm zijn.
Bepalen afmetingen C1 en C2
Wanneer alleen Endress+Hauser lassokken worden gebruikt
Lassok 1" NPT
Lassok G1"
Lassok ¾" NPT
Lassok G¾"
Gebruik, wanneer een cold/hot tap (wisselarmatuur) wordt gebruikt, afmeting "L" in
plaats van "C1".
Gebruik de Applicator voor het bepalen van de afmetingen C1 en C2 indien andere E+H-
montagesets worden gebruikt (bijv. cold/hot taps).
Indien niet exclusief Endress+Hauser lassokken worden gebruikt
C1
C2 (leidingkoppeling met 1"
NPT schroefdraad)
C2 (leidingkoppeling met G1"
schroefdraad)
C2 (leidingkoppeling met ¾"
NPT schroefdraad)
C2 (leidingkoppeling met
G¾" schroefdraad)
Selecteren lengte van de insteekversie
Selecteer de lengte van de insteekversie gebruik makend van de berekende insteekdiepte en
de volgende tabel. De insteekdiepte moet binnen het instelbereik van de geselecteerde
insteekversie liggen.
Lengte van de insteekbuis
[mm]
235
335
435
608
14
C1 + C2 = 112 mm (4,409 in)
C1 + C2 = 106 mm (4,173 in)
C1 + C2 = 108 mm (4,252 in)
C1 + C2 = 105 mm (4,134 in)
Lengte gebruikte leidingaansluiting
52 mm (2,047 in)
46 mm (1,811 in)
48 mm (1,889 in)
45 mm (1,772 in)
[in]
9
13
17
24
Instelbereik (insteekdiepte)
[mm]
100 ... 235
100 ... 335
100 ... 435
100 ... 608
Proline t-mass I
[in]
3,9 ... 9,3
3,9 ... 13,2
3,9 ... 17,1
3,9 ... 23,9
Endress+Hauser