De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
•
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
•
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
•
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
•
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
•
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich rondom het
•
apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige of
•
minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden
gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items vervuild
•
zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
•
Artikelen van schuimrubber (latexschuim), douchemutsjes,
•
waterdichte kleding, artikelen met een rubberen binnenkant en
kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen
niet in de was/droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te worden
•
gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van
het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een ontstekingsbron
•
kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde van een
•
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de trommel
verwijderd en uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel
verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus vindt
•
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat de
4