3.
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren door een
storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van
"Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig
schoon.
Als u het water afpompt met gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem
opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van de
wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af te
pompen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALARMCODES EN MOGELIJKE STORINGEN
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel-
len).
WAARSCHUWING! Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact
trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de
Start/Pauze
-knop continu knipperen:
Probleem
Mogelijke oplossing
4.
20°
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
45°
31