VRTEX
360 COMPACT
®
14. Het slag– & bewegingsscherm maakt het mogelijk om de
techniekparameters met betrekking tot de kloppende
lastechniek en de bewegingssnelheid te wijzigen, inclusief (zie
Afbeelding
84):
• Dime-afstand
• Kloptijd
• Vloeistoftijd
• Lassnelheid
Afbeelding 84 – Scherm Whip & Travel (Kloppen en
verplaatsing)
15. Het weefscherm maakt de wijziging van de weeflastechniek
mogelijk, inclusief (zie
Afbeelding
• Breedte van het weefsel
• Tijdstip weeffunctie
• Weefpatroonafstand
Afbeelding 85 – Weefscherm
85):
38
BEOORDELINGSMODULES
Na het lassen van een pas kan de gebruiker nu zien of elk
defect/defect binnen de aanvaardbare normen viel (geslaagd) of
niet (mislukt). De aanvaardbare normen die in VRTEX zijn
geïmplementeerd, staan bekend als scoremodules. Instructeurs
kunnen de scoremodule inschakelen die ze willen gebruiken (d.w.z.
AWS D1.1 of ASME). De slagings-/mislukkingsmarkeringen
verschijnen op het LASER-scherm voor relevante slagen
(scoringmodules dekken niet alle beschikbare VRTEX-lassen).
De functie SCORINGMODULE kan worden gebruikt wanneer de
gebruiker wil dat zijn laswerk wordt geëvalueerd volgens de ASME-
of AWS D1.1-normen. Selecteer het pictogram SCOREMODULES
en gebruik de rode pijlen om te schakelen tussen scorebepaling op
basis van ASME-normen, D1.1-normen en Geen.
Afbeelding 86 – Scoremodules
BIJWERKEN
OVERZICHT
Via het updatescherm in de instructeursmodus kan de gebruiker
zijn software bijwerken of specifieke configuratiebestanden
bijwerken vanaf het USB-geheugenapparaat vooraan de VRTEX.
Als u dit selecteert, verschijnen er twee opties (zie
• Software bijwerken
• Configuratiebestand bijwerken
Afbeelding 87 – Bijwerken
WERKING (INSTRUCTEURMODUS)
Afbeelding
87):