LET OP
Montage is mogelijk met een plafondopening van
660 mm (aangeduid met *). Om een overlapping van
het plafond-paneel van 20 mm te bereiken, moet de
afstand tussen het plafond en de unit 45 mm of minder
bedragen. Als de afstand tussen het plafond en de unit
meer dan 45 mm bedraagt, dient u afdichtings-
materiaal te bevestigen in het deel met
plafond opnieuw te bedekken.
(Raadpleeg afbeelding 3)
1
Afdichtingsmateriaal
2
Vals plafond
2.
Maak de benodigde plafondopening voor montage. (Voor
een bestaand plafond)
•
Raadpleeg het papierpatroon voor montage voor de afmetingen
van de plafondopening.
•
Maak de benodigde plafondopening voor montage. Monteer de
koel- en afvoerleidingen aan de kant van de opening naar de
omkastingsuitlaat, alsook de bedrading van de afstandsbediening
(niet nodig bij een draadloos model) en de bedrading tussen
binnen- en buitenunit. Raadpleeg ieder hoofdstuk over het
monteren van de leidingen en de bedrading.
•
Na het maken van een plafondopening kan het nodig zijn om de
plafondbalken te versterken om het plafondniveau te behouden
en trillingen te voorkomen. Raadpleeg uw aannemer voor nadere
details.
3.
Monteer de hangbouten. (gebruik bouten van M8 of M10).
Gebruik ankers voor een bestaand plafond en een verzonken
inzetstuk, verzonken anker of andere lokaal aan te kopen onderdelen
voor nieuwe plafonds. Daarmee kunt u het plafond versterken zodat
het plafond het gewicht van de unit kan dragen. Pas de speling
tegenover het plafond aan vooraleer verder te gaan.
Montagevoorbeeld. Raadpleeg
1
Plafondtegel
2
Anker
3
Lange moer of spanschroef
4
Hangbout
5
Vals plafond
LET OP
Alle bovenvermelde onderdelen moeten lokaal worden
aangekocht.
Raadpleeg uw verdeler van Daikin-producten voor een
andere montage dan de standaardmontage.
M
ONTAGE VAN DE BINNENUNIT
Raadpleeg ook de montagehandleiding van de opties als u opties
monteert. Al naargelang de lokale omstandigheden kan het
gemakkelijker zijn om eerst de opties te monteren vooraleer de
binnenunit te monteren (met uitzondering van het sierpaneel). Bij een
bestaand plafond dient u echter eerst de aanvoerset voor verse lucht
en het leidingverdeelstuk te monteren vooraleer de unit te monteren.
1.
Monteer tijdelijk de binnenunit.
•
Bevestig de ophangbeugel op de hangbout. Doe dit stevig met
behulp van een moer en pakking aan de boven- en onderzijde
van de ophangbeugel.
Bevestigen van de ophangbeugel. Raadpleeg
1
Moer (lokaal aan te kopen)
2
Ophangbeugel
3
Pakking (meegeleverd met de unit)
4
Draai vast met dubbele moeren (lokaal aan te kopen)
FXZQ15~50M9V1B
VRV-systeem airconditioner
4PW67402-1 – 01.2011
of het
afbeelding
4.
afbeelding
5.
2.
Bevestig het papierpatroon voor montage. (Alleen voor een
nieuw plafond)
•
Het papierpatroon voor montage komt overeen met de
afmetingen van de plafondopening. Raadpleeg uw aannemer
voor nadere details.
•
Het middelpunt van de opening in het plafond is aangeduid op het
schemablad voor montage. Het middelpunt van de unit is
aangeduid op het schemablad voor montage.
•
Nadat het verpakkingsmateriaal van het schemablad voor
montage verwijderd is, kunt u het schemablad voor montage op
de unit bevestigen met de bijgeleverde schroeven zoals
weergegeven in
afbeelding
1
Schemablad voor montage (meegeleverd met de unit)
2
Schroeven (meegeleverd met de unit)
3.
Breng de unit in de juiste montagepositie.
(Raadpleeg het hoofdstuk
pagina
2).
4.
Controleer of de unit in horizontale positie staat.
•
Monteer de unit niet in schuine positie. De binnenunit is immers
uitgerust met een ingebouwde afvoerpomp en vlotterschakelaar.
(Als de unit afhelt tegen de condensstroom in kan er een storing
optreden in de vlotterschakelaar en bijgevolg water druppelen.)
•
Controleer met behulp van een waterpas of een vinylbuis gevuld
met water of de unit in alle vier hoeken pas staat, zoals
weergegeven in
afbeelding
1
Waterpas
2
Vinylbuis
5.
Verwijder het papierpatroon voor montage. (Alleen voor een
nieuw plafond.)
M
ONTAGE VAN DE KOELLEIDING
De lokale leidingen moeten worden gemonteerd door een
erkend koeltechnicus en moeten beantwoorden aan de
lokale en nationale reglementeringen terzake.
Raadpleeg de montagehandleiding meegeleverd met de
buitenunit voor het monteren van de koelleiding van de
buitenunit.
Voer het warmteisolatiewerk volledig uit aan beide zijden van de
gas- en vloeistofleidingen. Anders kan er water lekken.
(Wanneer u een warmtepomp gebruikt, kan de temperatuur van
de gasleiding oplopen tot ongeveer 120°C. Gebruik een isolatie
die tegen dergelijke temperaturen bestand is.)
Wanneer de temperatuur en vochtigheid van delen van de
koelmiddelleiding 30°C of RV 80% kan overschrijden, moet u
meer koelmiddelisolatie voorzien (20 mm of dikker). Op het
oppervlak van het isolatiemateriaal kan condens worden
gevormd.
Voordat u de buizen aansluit, moet u controleren welk soort
koelmiddel wordt gebruikt.
Gebruik een pijpensnijder en een koppeling die geschikt zijn
voor het gebruikte koelmiddel.
Smeer de moer in met ether- of esterolie, voordat u de buis
aansluit.
Knijp het uiteinde van de buis vast of plak deze af met tape om
te voorkomen dat stof, vocht of andere vreemde voorwerpen in
de buis terecht komen.
Gebruik naadloze buizen van een koperlegering (ISO 1337).
De buitenunit is gevuld met koelstof.
8.
"Voorbereidingen voor de montage" op
9.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
3