Modusnr.
Eerste
(Opmer-
code-
Beschrijving
king 1)
nr.
van de instelling
vervolg van vorige pagina
Instelling voor snelheid
luchtuitblaas
0
Deze instelling moet worden
aangepast aan de
plafondhoogte.
Selectie voor
luchtstroomrichting
Deze instelling moet worden
1
veranderd wanneer de optionele
blokkeerkussenkit wordt
13
gebruikt.
(23)
Instelling bereik
luchtstroomrichting
Deze instelling moet worden
4
veranderd wanneer het bereik
waarbinnen de draaiklep
beweegt moet worden
veranderd.
Instelling voor regeling van
5
ventilatorsnelheid
(fasebesturing)
15
Werking van afvoerpomp +
3
(25)
vergrendeling bevochtiger
Opmerking 1 : De instelling wordt uitgevoerd in de groepmodus, maar als u het modusnummer tussen haakjes
selecteert, kunt u de binnenunits ook afzonderlijk instellen.
Opmerking 2 : De fabrieksinstellingen van het Tweede codenr. staan op een grijze achtergrond.
Opmerking 3 : Gebruik alleen in combinatie met de optionele afstandssensor of wanneer de instelling 10-2-03
wordt gebruikt.
Opmerking 4 : Als groepbesturing is geselecteerd en de afstandsbedieningssensor moet worden gebruikt,
moet u 10-6-02 & 10-2-03 instellen.
Opmerking 5 : Als instelling 10-6-02 + 10-2-01 of 10-2-02 of 10-2-03 tegelijk worden ingesteld, dan heeft
instelling 10-2-01, 10-2-02 of 10-2-03 voorrang.
Opmerking 6 : Als instelling 10-6-01 + 10-2-01 of 10-2-02 of 10-2-03 tegelijk worden ingesteld, dan heeft bij de
instelling voor groepaansluiting, 10-6-01 voorrang en voor individuele aansluiting heeft 10-2-01,
10-2-02 of 10-2-03 voorrang.
Opmerking 7 : Meer instellingen voor differentieel automatische omschakeling op temperatuur:
Tweede codenr.
05
4°C
06
5°C
07
6°C
08
7°C
Bij gebruik van draadloze afstandsbedieningen is het nodig om
de adresinstelling te gebruiken. Raadpleeg de montage-
handleiding meegeleverd met de draadloze afstandsbediening
voor de instructies.
Besturing met 2 afstandsbedieningen
(2 afstandsbedieningen besturen 1 binnenunit)
Bij gebruik van 2 afstandsbedieningen moet er een worden ingesteld
op "MAIN" (hoofdafstandsbediening) en de andere op "SUB"
(ondergeschikte afstandsbediening).
Omschakeling hoofd/sub
1.
Breng een platte schroevedraaier aan in de uitsparing tussen het
bovenste en onderste gedeelte van de afstandsbediening en
verwijder vanuit de 2 posities het bovenste gedeelte.
afbeelding 14)
.
(De printplaat van de afstandsbediening is bevestigd op het
bovenste gedeelte van de afstandsbediening)
2.
Stel de hoofd/sub-omschakelaar op een van de twee print-
platen van de afstandsbedieningen in op "S".
afbeelding
17).
(Laat de schakelaar van de andere afstandsbediening ingesteld
op "M").
1
Printplaat van afstandsbediening
2
Fabrieksinstelling
3
Slechts een afstandsbediening moet worden gewijzigd
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
Tweede codenr. (Opmerking 2)
01
02
03
≤2,7 m
>2,7 ≤3,0 m
>3,0 ≤3,5 m
4-wegsstroom
3-wegsstroom
2-wegsstroom
Bovenste
Normaal
Onderste
Standaard
Optie 1
Optie 2
Voorzien
Niet voorzien
—
(Raadpleeg
(Raadpleeg
Computerbesturing (geforceerde uit en aan/uit
werking)
04
1.
Draadspecificaties en uitvoeren van de bedrading
•
Sluit de ingang van buitenuit aan op de klemmen T1 en T2 van de
klemmenstrook (afstandsbediening naar trans-missiebedrading).
—
Draadspecificatie
Gauge
Lengte
—
Externe klem
Raadpleeg
afbeelding 11
1
Ingang A
—
2.
Activering
•
De volgende tabel licht de werkingen "geforceerd uit" en
"geforceerd aan/uit" toe bij ingang A.
—
Geforceerd uit
—
Ingang "aan" stopt
de werking
Ingang uit maakt
besturing mogelijk
3.
Selecteren van geforceerde uit en aan/uit werking
•
Schakel de voeding in en selecteer de werking met de
afstandsbediening.
•
Stel de afstandsbediening in op lokale instelling. Raadpleeg voor
nadere details het hoofdstuk "Lokale instelling" in de handleiding
van de afstandsbediening.
•
Selecteer bij lokale instelling werkingsnr. 12 en stel vervolgens
het eerste codenr. in op "1". Stel dan het tweede codenr. (positie)
in op "01" voor geforceerde uit werking of op "02" voor
geforceerde aan/uit werking. (De fabrieksinstelling is geforceerd
uit)
(Raadpleeg afbeelding
1
Tweede codenr.
2
Werkingsnr.
3
Eerste codenr.
4
Lokale instelling
Centrale besturing
Bij centrale besturing is het noodzakelijk om het groepsnr. aan te
duiden. Raadpleeg voor nadere details de handleiding van elke als
optie verkrijgbare besturing voor centrale besturing.
M
ONTAGE VAN HET SIERPANEEL
Lees het hoofdstuk
werking test zonder het sierpaneel.
Raadpleeg de montagehandleiding die met het sierpaneel is
meegeleverd.
Zorg na installatie van het sierpaneel dat er geen vrije ruimte is
tussen het chassis van de unit en het sierpaneel. Anders kan er lucht
door het gat lekken waardoor dauwdruppels kunnen worden
gevormd.
(Raadpleeg afbeelding 16)
Beschermde vinylkoord of kabel (tweedradig)
0,75~1,25 mm
≤100 m
Contact dat de minimale belasting van 15 V DC,
10 mA kan verzekeren
aan/uit werking
Ingang uit
aan zet de unit in werking
(onmogelijk met afstandsbedieningen)
Ingang uit
aan schakelt de unit uit met de
afstandsbediening
23).
"Uitvoeren van een test" op pagina 9
VRV-systeem airconditioner
2
voordat u de
FXZQ15~50M9V1B
4PW67402-1 – 01.2011