11 In werking stellen van de ketel
11.1
CV-systeem
11.2
Warmwatervoorziening
G e s c h i k t v o o r v e r w a r mi n g p e r k a me r me t
S ma r t H o me
s l i mme t h e r mo s t a a t
Zorg ervoor, alvorens de ketel in bedrijf te stellen, dat de ketel en de installatie goed
ontlucht zijn. Ontlucht de gasleiding en open de gaskraan van de ketel. De ketel behoeft
geen afstelling van branderdruk en luchthoeveelheid, omdat deze zelfregelend is en
fabrieksmatig is afgesteld en mag niet worden nagesteld. Meet alleen de maximale
luchtverplaatsing over de ketel (zie hoofdstuk 13.1).
Door middel van de
verwarming in werking gesteld. De circulatiepomp zal gaan circuleren en de ketel zal gaan
branden.
Door middel van de
watervoorziening in werking gesteld. De circulatiepomp zal gaan circuleren en de ketel zal
gaan branden.
toets (Centrale verwarming) wordt, mits er warmtevraag is, de
toets (Warm water) wordt, mits er warmtevraag is, de warm-
23