39ZS9600_EU30is_NL.book Page 37 Wednesday, May 31, 2017 5:28 PM
6. Schakel de aangesloten apparatuur in.
Het controlelampje afgifte vermogen (groen) gaat branden.
Normale werking
CONTROLELAMPJE
AFGIFTE VERMOGEN
(GROEN)
• Als de generator overbelast wordt (zie bladzijde 32), of als er een
storing optreedt in de aangesloten apparatuur, dan gaat het
controlelampje "Afgifte vermogen" (groen) UIT, het controlelampje
"Overbelasting" (rood) brandt constant en er wordt geen stroom
afgegeven.
De motor blijft in dat geval echter draaien en moet afgezet worden
door de motorschakelaar UIT te zetten.
OPMERKING:
• Het rode controlelampje overbelasting gaat ook branden in de
volgende gevallen:
Als de omvormer oververhit is; de stroomtoevoer naar het aangesloten
apparaat wordt onderbroken. Controleer of de luchtinlaat verstopt is.
• Als een apparaat wordt aangesloten dat een groot startvermogen
vraagt, zoals bijvoorbeeld een elektromotor, dan kunnen het
controlelampje overbelasting (rood) en het controlelampje afgifte
vermogen (groen) even (ongeveer 4 seconden) tegelijk gaan branden,
maar dit is een normaal verschijnsel. Na het starten van het
aangesloten apparaat gaat het controlelampje overbelasting (rood)
uit terwijl het groene controlelampje afgifte vermogen blijft branden.
• Als één van beide generatoren wordt uitgeschakeld na het starten
van de aangesloten apparatuur, moet ook de speciale kabel/
contactdoos worden verwijderd.
7. Als de 2e generator ook weer stroom moet leveren, schakel dan de
aangesloten apparatuur uit en neem de stekker uit de AC-contactdoos.
Controleer of de apparatuur en de bedrading in orde zijn en of er niet
te veel vermogen wordt gevraagd en start dan de motor.
Overbelasting of kortsluiting
CONTROLELAMPJE
OVERBELASTING
(ROOD)
37