10
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
134
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de aanvoerwatertemperatuurzone met de
laagste aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[2.8.1]
[9-01]
[2.8.2]
[9-00]
[2.8.3]
[9-03]
[2.8.4]
[9-02]
Bediening
Bepaal hoe de werking van de unit wordt geregeld.
Regeling
Vertrekwater
Externe
kamerthermostaat
Kamerthermostaat
#
Code
[2.9]
[C‑07]
Thermostaattype
Alleen van toepassing in externe kamerthermostaatregeling.
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt, zal de uitwendige
kamerthermostaat de vorstbescherming kamer bedienen. Vorstbescherming kamer
is echter alleen mogelijk wanneer [C.2] Ruimteverwarming/-koeling=Aan.
Minimum instelpunt verwarming:
▪
15°C~37°C
Maximum instelpunt verwarming:
▪
[2‑0C]=2 (type afgever primaire zone =
radiator)
37°C~60°C
▪
Anders: 37°C~55°C
Minimum instelpunt koeling:
▪
5°C~18°C
Maximum instelpunt koeling:
▪
18°C~22°C
Bij deze regeling...
De unit werkt op basis van de aanvoerwatertemperatuur,
ongeacht de werkelijke kamertemperatuur en/of de
vraag om de kamer te verwarmen of af te koelen.
De unit werkt op basis van de externe thermostaat of
soortgelijk (bijv. warmtepompconvector).
De unit werkt op basis van de omgevingstemperatuur van
de gebruikersinterface die wordt gebruikt als
kamerthermostaat.
▪
0: Vertrekwater
▪
1: Externe kamerthermostaat
▪
2: Kamerthermostaat
Beschrijving
Beschrijving
EPGA11~16DAV3(7) + EABH/X16DF6V(7)+9W(7)
Daikin Altherma 3 H W
4P556069-1B – 2021.09