MENU 5.1.5 - VENTILATORSNELHEID
Afvoerluchtinstallatie
Instelbereik: 30 – 100 %
Fabrieksinstelling normaal: 70 %
Fabrieksinstelling snelheid 1: 30 %
Fabrieksinstelling snelheid 2: 50 %
Fabrieksinstelling snelheid 3: 70 %
Fabrieksinstelling snelheid 4: 90 %
Installatie omgevingslucht
Instelbereik: 30 – 100 %
Fabrieksinstelling snelheid 1: 30 %
Stel hier de snelheid van de ventilator in.
LET OP!
Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het
huis beschadigen en kan tot een hoger energie-
verbruik leiden.
MENU 5.1.15 - LUCHT-IN-TEMP.
max lucht-in-tmp.
Instelbereik: 20 - 37 °C
Standaardwaarde: 37 °C
min lucht-in-tmp.
Instelbereik: -10 - 25 °C
Fabrieksinstelling omgevingslucht en afvoerlucht: 10
°C
Stel hier de min. en max. temperatuur van de inlaatlucht
voor de F130 in.
MENU 5.1.16 - INSTALLATIE
installatie
Instelbereik: omgevingslucht, afvoerlucht
Fabrieksinstelling: omgevingslucht
Hier stelt u in hoe de F130 is geïnstalleerd.
Dit menu wordt niet gereset als u teruggaat naar de fa-
brieksinstellingen in menu 4.9.4 of 5.5.
34
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
MENU 5.5 - FABRIEKSINSTELLING
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp regelen (pompen, wisselkleppen e.d.).
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie
pagina 25
voor meer informatie over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtapwatervraag zijn om de
compressor te starten.
Voorzichtig!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een korte periode, want
hierdoor zouden de compressor en zijn neven-
apparatuur kunnen beschadigen.
NIBE F130