De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
De temperatuur is instelbaar van -15 °C
tot en met -32 °C.
De temperatuuraanduiding knippert:
- De temperatuur ligt niet in het moge-
lijke temperatuurbereik, bijv. als het
koeltoestel net ingeschakeld is.
- Er wordt een andere temperatuur in-
gesteld.
- De temperatuur in het toestel is een
paar graden gestegen, wat wijst op
een koudeverlies.
Dit koudeverlies is geen probleem wan-
neer dit is ontstaan doordat u:
- de deur van het toestel een keer vrij
lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid diepvriesproducten
in het toestel te leggen of eruit te ha-
len,
- verse levensmiddelen invriest.
Zodra de temperatuur tot ongeveer
-10 °C is gedaald, brandt de tempera-
tuuraanduiding weer constant.
22