› Altijd uitschakeling toelaten;
› Uitschakeling blokkeren;
› Uitschakeling in de winter blokkeren;
› Uitschakeling in de zomer blokkeren.
Er moet worden aangegeven hoelang de uitschakeling is toegestaan binnen de 12 uur. Als het wordt geblokkeerd en het systeem wordt
uitgeschakeld, begint het systeem te tellen en informeert het de gebruiker over de resterende tijd. Deze functie wordt geconfigureerd in de
service-omgeving (SERVICE › HOOFD › BLOKKEREN SYSTEEM). Als de tijd is verlopen en de stand-bymodus is geblokkeerd, wordt de gebruiker
geïnformeerd door de functieaanduiding.
De luchtstromen worden aangepast in het venster van de regelaaromgeving ADJUSTER › AIR FLOWS ADJUSTING. Er zijn er 4 van in het
systeem en ze zijn toegewezen aan een specifieke modus:
› Gebouwbescherming;
› Energiebesparing;
› Comfort;
› Maximumvermogen (BOOST-functie).
Luchtstromen worden georganiseerd in stijgende volgorde, d.w.z. bij het instellen van een lagere luchtstroom in de modus COMFORT dan in de
modus ENERGIEBESPARING, wordt de luchtstroom van deze laatstgenoemde automatisch gereduceerd. Wat betreft de systeemconfiguratie,
worden luchtstromen aangeduid in percentage, druk of hoeveelheden lucht. De 100% waarde van de luchtstroom wordt aangegeven in het
venster van de service-omgeving SERVICE › VENTILATOREN › REGELING VENTILATORSNELHEID.
Deze functie activeert/deactiveert handmatig de onderdelen geregeld door digitale en analoge output. Deze laatstgenoemden worden gecontroleerd in
percentage, en de digitale door AAN/UIT. Op basis van de parameters van de fabrikant (standaard) is de status van alle onderdelen AUTO. Dit
betekent dat de bediening wordt gebaseerd op het bedrijfsalgoritme van de luchtbehandelingsunit. De onderdelen worden weergegeven door de
systeemconfiguratie. De instellingen moeten worden opgeslagen zodat ze actief blijven na stroomuitval.
Het laagste stroomverbruik is wanneer de stand-bymodus actief is en de positie van de onderdelen AUTO. Vóór het gebruik van de handmatige
bedieningsfunctie wordt aanbevolen om de gedwongen uitschakelfunctie te activeren die het werkingsalgoritme van de luchtbehandelingsunit
blokkeert.
Dit kan handig zijn als u moet controleren of alles goed is aangesloten. In het geval van een fout kunnen bepaalde onderdelen bovendien worden
geactiveerd zodat de unit werkt ongeacht de sensoren of beschermingen. Deze methode mag natuurlijk enkel in uitzonderlijke gevallen worden
toegepast totdat de fout is rechtgezet. Als het venster van de service-omgeving SERVICE › SENSOREN een extern (REMOTE) type van een
temperatuursensor weergeeft, kan de temperatuur ervan handmatig worden aangegeven. De waarden kunnen worden aangegeven via de Modbus-
interface.
In de rubriek van de service-omgeving SERVICE › HOOFD › WACHTWOORD › MODUS WACHTWOORD WIJZIGEN › AAN kunt u de aanmeldwachtwoorden
wijzigen. Hiervoor moet u de wijziging activeren en op de knop INSTELLEN klikken na het invoeren van het gekozen wachtwoord (4 tekens). Om de
parameters na te zien en te wijzigen zonder een wachtwoord, stel enkel 0 in.
Als de ingestelde parameters zorgen voor een incorrecte werking van het systeem, kunt u altijd de fabrieksinstellingen herstellen in het venster
van de service-omgeving SERVICE › HOOFD › FABRIEKSINSTELLINGEN.
De gebruiker wordt over actieve functies, waarschuwingen of alarmen gemeld in het venster REGELAAR › ALARMEN of GEBRUIKER › WAARSCHUWING.
Functies worden weergegeven in het hoofdvenster REGELAAR › VENTILATIEBEDIENING of het venster van de gebruikersomgeving. De tabel hieronder
geeft de aanduidingen en hun beschrijvingen weer.
Functies
Output werkingsaanduiding
Output alarmaanduiding
Schakelaar systeemmodus
Schakelaar aangepaste ventilatorsnelheid
Winter
Blokkering in stand-bymodus geactiveerd
Vertraging van ventilatoren
Vertraging van ventilatoren volgens t°
Nachtkoelingsfunctie geactiveerd
Hydronische pompoefening geactiveerd
Servicestopfunctie
www.salda.lt
Aanpassing van de luchtstroom
Handmatige bediening van de onderdelen
Wachtwoorden wijzigen
Fabrieksinstellingen herstellen
Aanduidingen van functies, alarmen en waarschuwingen
Beschrijving
Output werkingsaanduiding is geactiveerd
Output foutaanduiding is geactiveerd
Inschakelen vanaf een externe contactor is geactiveerd
De geselecteerde ventilatorsnelheid vanaf een externe contactor is geactiveerd
De wintermodus is actief
Blokkering stand-bymodus is geactiveerd
Ventilatoren worden vertraagd
Ventilatoren worden vertraagd afhankelijk van de toevoerluchttemperatuur
Nachtkoelingsfunctie is geactiveerd
Preventief onderhoud van circulatiepompen is geactiveerd
Blokkering van het werkingsalgoritme van de luchtbehandelingsunit; er worden
servicewerkzaamheden uitgevoerd
AmberAir Compact 4 CX P
55