AmberAir Compact 4 CX P
tijdelijk zijn, d.w.z het moet een laatste situatie zijn (bv. CO2-limiet, tijd). De reden voor deze limitering: bescherming tegen droogte. Een hoge luchtstroom
vermindert vocht en droge lucht is schadelijk voor de gezondheid.
De functie wordt geactiveerd door op de AAN-knop te drukken en gedeactiveerd door op de UIT-knop te drukken in de BOOST-rubriek, of via een externe
contactor (SCHAKELAAR VENTILATORSNELHEID) die wordt geconfigureerd in de service-omgeving (SERVICE › HOOFD › SCHAKELAAR VENTILATORSNELHEID).
De functie is niet actief wanneer de stand-bymodus ingeschakeld is. De tijdslimiet wordt aangegeven (REGELAAR › GEBRUIKERSINSTELLINGEN › BOOSTTIMER
of GEBRUIKER › MENU › INSTELLINGEN › BOOSTTIMER). Wanneer de functie is geactiveerd, wordt de tijd ingesteld door de timer en wordt de tijd gevolgd tot de
deactivering ervan. Het kan in realtime worden aangepast, d.w.z. wanneer de functie actief is, in REGELAAR › VENTILATIECONTROLE of in het hoofdvenster
van de gebruikersomgeving.
Wekelijks schema
Een wekelijks schema bestaat uit 10 gebeurtenissen. Deze kunnen worden toegevoegd, verwijderd, geactiveerd en gedeactiveerd. Voor elke gebeurtenis
wordt de tijd, modus en weekdag aangeduid.
Het systeem wijzigt enkel modi volgens het wekelijks schema wanneer het aangegeven tijdstip wordt bereikt. Daarom kan een gebruiker altijd de
bestaande modus handmatig wijzigen. Dit schema meldt de aankomende modus-wijziging door de resterende tijd tot de volgende gebeurtenis aan te
geven.
Het schema wordt bewerkt in de gebruikersomgeving GEBRUIKER › MENU › SCHEMA.
Vakantieschema
Dit schema wordt gebruikt wanneer de unit in een gelijkmatige modus moet werken tijdens de vakantie. De gebruikersinterface toont wanneer de
schemaperiode actief is omdat niemand de modus die is geactiveerd door deze functie kan wijzigen (uitgezonderd als bescherming). Om het systeem op
een normale manier te bedienen, moet de periode van het Vakantieschema gedeactiveerd zijn, d.w.z. nulwaarden moeten worden aangegeven of datums
moeten worden gewijzigd. Er kunnen tot vijf vakantieperioden worden ingesteld.
Het schema wordt bewerkt in de gebruikersomgeving GEBRUIKER › MENU › VAKANTIE.
De winter/zomer-functie wordt ingesteld tijdens de koude periodes omdat bepaalde delen van het systeem moeten worden beschermd tegen koude
buitenlucht. Tijdens de winter wordt aanbevolen om de unit ingeschakeld te laten. Daarom kan het blokkeren van het uitschakelen worden ingesteld.
Waterverwarmers moeten altijd worden ingeschakeld tijdens de volledige winter.
De wintermodus kan worden ingesteld
› Handmatig;
› Per datum;
› Op basis van de 3-daagse gemiddelde buitentemperatuur, moet enkel worden berekend wanneer de voorverwarmer van verse lucht (buitenlucht)
uitgschakeld is.
Deze functie is opgezet om het gebouw te beschermen tegen droogte. Als deze actief is, berekent het de 3-daagse gemiddelde vochtigheid van
afvoerlucht van de ruimte. Als het onder 30% valt, beginnen de ventilatoren aan snelheid 2 te werken in de Comfortmodus. De gebruiker krijgt de melding
van de geactiveerde bescherming en de beperkte luchtstroom. Als de gemiddelde vochtigheid meer dan 30% is of als deze functie handmatig wordt
uitgeschakeld, beginnen de ventilatoren te werken aan snelheid 3 in de Comfortmodus.
De functie wordt in/uitgeschakeld in de rubriek REGELAAR › GEBRUIKERSINSTELLINGEN › DROOGTEBESCHERMING of in het venster GEBRUIKER › MENU ›
INSTELLINGEN › ANDERE.
Deze functie is opgezet om 's ochtends energie te besparen, wanneer verse nachtlucht wordt gebruikt om het gebouw af te koelen. De functie is enkel
actief in de zomer. Als het wordt ingeschakeld maar nog niet actief is, worden de activeringsvoorwaarden gecontroleerd:
› Systeemtijd vanaf de functiestart tot het einde (uur/minuten);
› Tijd is exact elk uur vanaf de start;
› Als de modus STAND-BY is ingesteld, werkt de unit gedurende 5 minuten in de modus GEBOUWBESCHERMING zodat de huidige
temperatuurgegevens beschikbaar zijn. De temperatuur wordt na het reinigen gecontroleerd. Als het niet geschikt is, keert de unit terug naar de
modus STAND-BY;
› Buitentemperatuur is hoger dan de ingestelde buitentemperatuur;
› Afvoerluchttemperatuur is hoger dan de ingestelde temperatuur;
› Afvoerluchttemperatuur is hoger dan de buitentemperatuur met ten minste 2 °C;
› Zomer.
Als wordt voldaan aan alle voorwaarden, start de unit het bedrijf in de modus COMFORT (zonder temperatuurbehoud). Het hoofdvenster toont
dat de nachtkoelingsfunctie actief is. Wanneer het continu actief is, worden de deactiveringsvoorwaarden gecontroleerd:
› Tijd stemt niet overeen met het start/einde-interval;
› Afvoerluchttemperatuur valt onder de ingestelde temperatuur;
› Buitentemperatuur valt onder de ingestelde temperatuur;
› Andere modus dan COMFORT werd ingeschakeld of de unit werd uitgeschakeld.
Als ten minste aan een voorwaarde is voldaan, schakelt de unit de nachtkoelingsfunctie uit en schakelt het naar de modus die actief was vóór het
activeren van de functie.
De functie wordt geconfigureerd in de rubriek REGELAAR › GEBRUIKERSINSTELLINGEN › FUNCTIE NACHTKOELING of in het venster GEBRUIKER › MENU ›
INSTELLINGEN › NACHTKOELING.
Deze functie is opgezet om een goede kamerluchtkwaliteit te behouden. Om dit te activeren moet de CO2-sensor van de afvoerlucht worden aangesloten
52
Planning
Winter/zomer modus
Bescherming tegen droogte
Functie voor nachtkoeling
Functie voor CO
-reductie
2
www.salda.lt