Montage en installatie
NL
6.2.3 Inbouwvoorwaarden
NL
NL
inbouwcondities, lucht- en kruipafstanden
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Afstanden, lucht- en kruipafstanden
Bij de inbouw van componenten moeten de lucht- en kruipafstanden tussen de
afzonderlijke componenten en tussen componenten tot de behuizingswanden voldoende
gedimensioneerd worden. Hierbij rekening houden met de waarden uit de norm
EN IEC 60079-7 (Tabel).
De kruipafstanden van de componenten controleren en overeenkomstig de voorschriften
van de betreffende gebruikshandleiding aanhouden.
Luchtafstanden, afhankelijk van de nominale bedrijfsspanning van de ingebouwde
klemmen, aanhouden.
Afstand tussen deksel en aansluitbouten van de ingebouwde componenten
(bij aangesloten ader) aanhouden: minimaal de waarde van de vereiste luchtafstanden.
18
Klemmenkasten
Serie 8150/1, Serie 8150/2
X I *
I =
Minimale afstand tot de behuizing
overeenkomstig de norm
EN IEC 60079-7 (tabel)
y =
Luchtafstand
X =
Factor overeenkomstig norm
EN IEC 60079-7 afhankelijk van
18591E00
de aderdiameter
X * I = Minimale afstand
18590E00
18592E00
m =
50 mm afstand tussen Ex e en Ex i
serieklemmen
c =
8 mm afstand tussen Ex e en Ex i
kabelleiding
18593E00
260616 / 815060300380
2016-12-13·BA00·III·nl·05