5.4
Interne inbouwcomponenten (ader, klemmen, zekeringen)
Maximale aantal aders bepalen
Door de overgangsweerstanden op klemplaatsen en door de in de behuizing gelegde
leidingen, ontstaat in elke klemmenkast warmte. Om ervoor te zorgen dat de maximaal
toelaatbare temperatuur van de klemmenkast niet overschreden wordt, mag de
stroombelasting van de stroomkring in de klemmenkast niet te groot worden!
5.4.1 Aantal aders aan de hand van de tabel van de EG-typegoedkeuring bepalen
Maximale aantal aders – afhankelijk van de stroombelasting en van de leidingdiameter –
de waarden staan in de EG-typegoedkeuring.
Voorbeeld behuizing 8150/1-0250-0180-120: het aantal van de maximaal toegestane aders
kan aan de hand van de volgende tabel worden bepaald.
8150/1-0250-0180-120
[A]*
1,5
2,5
6
10
63
42
16
21
9
24
20
25
11
35
50
63
80
100
125
160
200
225
250
315
400
500
*) Stroom, **) leidingdiameter
Toelichting bij tabel:
Elke ingevoerde ader en elke interne verbindingsgeleider moeten worden gekozen.
Bruggen en aardleidingen worden niet geteld.
Niet-kritisch bereik (lichte deel van tabel)
Dit deel van de tabel geldt voor de opwarming van de behuizing als niet-kritisch.
Stroomcircuits, die aan dit bereik moeten worden toegekend, mogen net zoveel in
de behuizing worden ingebouwd als men wenst.
260616 / 815060300380
2016-12-13·BA00·III·nl·05
4
6
10
16
25
163
47
26
51
7
20
50
3
16
41
5
19
68
7
21
9
Productselectie, ontwerp en modificatie
35
35
50
70
95
120
76
20
8
20
7
18
5 6
15
48
2
9
19
4
11
2
Klemmenkasten
Serie 8150/1, Serie 8150/2
[mm²]**
150
185
300
240
24
7
14
9
3
28
5
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
12543E00
13