3
Selecteer de beelden
die u wilt afdrukken.
De selectiemethode is afhankelijk
van de instellingen voor
Afdruktype
-
Selecteer een beeld, druk op
FUNC./SET en gebruik de knop
afdrukken te selecteren
(maximaal 99).
-
Selecteer een beeld en druk
op FUNC./SET om het beeld
te selecteren of de selectie ervan
op te heffen.
U kunt beelden ook
in de indexweergavemodus selecteren.
Alle beelden op een geheugenkaart
1
Menu
2
Selecteer [markeer] en druk op
Als u [Herstel] selecteert,
worden alle afdrukinstellingen
voor de beelden geannuleerd.
Eén exemplaar van elk beeld
wordt naar de printer verzonden.
3
Selecteer [OK] en druk op
84
(p.
85).
(Standaard)/
of
om het aantal
(Index)
(Keuze)
Zie Menu's en instellingen
Aantal exemplaren
(Beide)
Selectie voor indexafdruk
.
(p.
30).
.
.