Pagina 1
GEBRUIKSAANWIJZING Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen! Bewaren voor toekomstig gebruik Deze gebruiksaanwijzing/montage- handleiding is een deel van de machi- ne. Leveranciers van nieuwe en gebruikte machines zijn verplicht, om schriftelijk te documenteren dat de ge- bruiksaanwijzing/ montagehandlei- ding met de machine geleverd en aan de klant overhandigd werd.
Pagina 2
Heeft u verder nog vragen, dan beantwoorden wij deze graag. Met vriendelijke groet, RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH...
Gebruik volgens de voorschriften en EU-conformiteit Gebruik volgens de voorschriften en EU-conformiteit Gebruik volgens de voorschriften De strooicombi K 51 mag alleen worden gebruikt overeenkomstig de gegevens van deze gebruiksaanwijzing. De strooicombi K 51 is ontworpen voor het gebruik volgens de voorschriften en mag alleen worden gebruikt voor de hieronder beschreven punten: bij het sneeuw- en ijsvrij maken voor het strooien van goed glijdend strooima- ...
Gebruik volgens de voorschriften en EU-conformiteit Conformiteitsverklaring Conform 2006/42/EG, Bijlage II, nr. 1.A Rauch - Landmaschinenfabrik GmbH, Landstrasse 14, 76547 Sinzheim, Duitsland Hiermede verklaren wij, dat het product: Strooicombi Type: K 51 in overeenstemming is met alle desbetreffende bepalingen van de EG-machine- richtlijn 2006/42/EG.
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de machine. De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, deskun- dig en economisch gebruik en onderhoud van de machine. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de tekstweergave 2.3.1 Instructies en aanwijzingen Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn weergegeven als ge- nummerde lijst. 1. Handelingsinstructie stap 1 2. Handelingsinstructie stap 2 Instructies die slechts één enkele stap omvatten, worden niet genummerd. Dit geldt ook voor handelingen waarbij de volgorde waarin ze worden uitgevoerd, niet dwingend voorgeschreven is.
Veiligheid Veiligheid Algemene aanwijzingen Het hoofdstuk Veiligheid bevat fundamentele waarschuwingsaanwijzingen, werk- en verkeersveiligheidsvoorschriften voor de omgang met de aangebouwde machine. Het opvolgen van de aanwijzingen in dit hoofdstuk is van fundamenteel belang voor een veilige omgang met en een storingsvrij gebruik van de machine. Bovendien zijn in de andere hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing verdere waarschuwingen te vinden, die u eveneens nauwkeurig in acht dient te nemen.
Pagina 12
Veiligheid Gevarenniveaus van de waarschuwingen Het gevarenniveau wordt door het signaalwoord aangegeven. De gevarenni- veaus zijn als volgt geclassificeerd: n GEVAAR Soort en bron van gevaar Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het leven van personen. Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
Instructie Verkooppartners, fabrieksvertegenwoordigers of medewerkers van de firma RAUCH instrueren de exploitant in de bediening en het onderhoud van de machi- De exploitant dient ervoor te zorgen dat nieuw bedienings- en onderhoudsperso- neel zorgvuldig wordt geïnstrueerd in de bediening en het onderhoud van de ma-...
Veiligheid 3.4.3 Ongevallenpreventie De veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften zijn in ieder land wettelijk ge- regeld. Voor het naleven van de in het desbetreffende land geldende voorschrif- ten is de exploitant van de machine verantwoordelijk. Neem bovendien nog goed nota van de volgende aanwijzingen: Laat de machine nooit zonder toezicht werken.
Veiligheid 3.5.4 Controles vóór de inbedrijfstelling Controleer vóór de eerste en iedere verdere inbedrijfstelling de machine op ge- bruiksveiligheid. Zijn alle veiligheidsinrichtingen op de machine aanwezig en functioneren deze? Zijn alle bevestigingsdelen en dragende verbindingen vast aangebracht en verkeren deze in correcte staat? Verkeren de strooischijven, de strooischoepen en hun bevestigingen in or- ...
Veiligheid 3.5.6 Lopend bedrijf Bij functiestoringen van de machine moet u de machine onmiddellijk stilzetten en beveiligen. Laat de storingen direct verhelpen door hiervoor opgeleid en bevoegd personeel. Stap nooit op de machine. Roterende machinedelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Let er daarom ...
Veiligheid Onderhoud en reparatie Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen. Voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit. Werk uiterst zorgvuldig en met besef van gevaren. 3.7.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel Laswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoolde...
Veiligheid Verkeersveiligheid Bij het rijden op de openbare weg moet de trekker met aangebouwde machine vol- doen aan de wegcode van het desbetreffende land. Voor het naleven van deze voorschriften zijn de houder en de chauffeur van het voertuig verantwoordelijk. 3.8.1 Controles vóór aanvang van de rit De controle bij het vertrek is een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid.
Veiligheid Veiligheidsinrichtingen op de machine 3.9.1 Positie van de veiligheidsinrichtingen Afb. 3.2: Locatie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instruc- ties - aanzicht van voor [1] Instructie maximale belasting [2] Verstelbare strooischijfbescherming (strooibreedtebeperking) [3] Waarschuwing gebruiksaanwijzing lezen [4] Voorste strooischijfbescherming [5] Serienummer [6] Typeplaatje...
Veiligheid 3.9.2 Functie van de veiligheidsinrichtingen De veiligheidsinrichtingen beschermen uw gezondheid en uw leven. Vergewis u er vóór werkzaamheden met de machine van dat de veiligheids- inrichtingen goed functioneren. Gebruik de machine alleen met werkzame veiligheidsinrichtingen. Benaming Functie Verstelbare Voorkomt gegrepen worden door de draaiende strooischijfbescher-...
Veiligheid 3.10.1 Waarschuwingsstickers Gebruiksaanwijzing en waarschuwingen lezen. Alvorens de machine in bedrijf te stellen, de gebruiks- aanwijzing en waarschuwingen lezen en in acht ne- men. De gebruiksaanwijzing geeft u uitvoerig uitleg over de bediening en geeft u waardevolle aanwijzingen voor de bediening, het onderhoud en de verzorging.
Technische gegevens Beschrijving van de machine Gebruik de machine overeenkomstig het hoofdstuk „Gebruik volgens de voor- schriften” op pagina De machine bestaat uit de volgende modules: Reservoir met roervingers en uitloop Frame Aandrijfelementen Doseerelementen (roerwerk, doseerschuif, schaalverdeling voor strooihoe- ...
Technische gegevens Technische gegevens basisversie Afmetingen: Gegevens K 51 Totale breedte ca. 58 cm Strooibreedte 0,5 m - 5,0 m Capaciteit ca. 55 l Vulhoogte ca. 73 cm Aanbevolen strooisnelheid tot 6 km/h Gewichten en lasten: LET OP Het leeggewicht (massa) van de machine is al naargelang uitrusting verschil- lend.
Transport zonder trekker Transport zonder trekker Algemene veiligheidsaanwijzingen Vóór het transport van de machine moet u op de volgende aanwijzingen letten: Enkel geschikte en geïnstrueerde personen die uitdrukkelijk daartoe de op- dracht hebben gekregen, mogen de werkzaamheden uitvoeren. Geschikte transportmiddelen gebruiken. ...
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Overname van de machine Controleer bij de overname van de machine de volledigheid van de leveringsom- vang. Bij de standaard levering behoren Strooicombi voorgemonteerd 1 gebruiksaanwijzing K 51 Dissel Trekoog Handgreep Zak met set schroeven ...
Inbedrijfstelling Op bedrijfsmodus voorbereiden Bij levering is de machine ingesteld op handbediening. Hierdoor draaien de strooischijf en de roervingers, als de machine geschoven wordt. Als u de machine met een kleine trekker wilt bedienen, dient u de koppelingen aan de wielen te verwisselen. 1.
Inbedrijfstelling Bediening met trekker voorbereiden 6.3.1 Eisen aan de trekker Om de machine veilig en volgens de voorschriften te gebruiken, moet de trekker over een trekinrichting beschikken. 6.3.2 Dissel voor bediening met trekker voorbereiden Voor het gebruik van de machine volgens de voorschriften moet de dissel afhan- kelijk van de bedrijfsmodus worden omgebouwd.
Inbedrijfstelling 6.3.3 Parkeervoeten voor bediening met trekker voorbereiden Aan het frame van de machine bevinden zich parkeervoeten. Deze zijn alleen be- doeld voor de handbediening. Als u de machine met een kleine trekker wilt bedienen, dient u de parkeervoeten omhoog te klappen. 1.
Inbedrijfstelling Handbediening voorbereiden 6.4.1 Dissel voor handbediening voorbereiden 1. Schroef de handgreep aan de dissel. Afb. 6.7: Dissel voor handbediening 6.4.2 Parkeervoeten voor handbediening voorbereiden Aan het frame van de machine bevinden zich parkeervoeten. Deze zijn alleen be- doeld voor de handbediening. Als u de machine handmatig wilt bedienen, dient u de parkeervoeten omlaag te klappen.
Inbedrijfstelling Machine vullen n GEVAAR Levensgevaar door ongeschikte trekker Het gebruik van een ongeschikte trekker voor de machine kan tot zeer zware ongevallen bij gebruik en transportrit leiden. Enkel trekkers gebruiken die aan de technische vereisten van de machine beantwoorden. ...
Machine-instellingen Machine-instellingen Strooihoeveelheid instellen n WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling en snijwonden in de zone van de strooihoeveelheidsinstelling! Het verstellen van de verstelhendel van de doseerschuif kan ern- stig letsel aan de vingers veroorzaken. Steek nooit uw vingers richting de bewegingsrichting van de verstelhendel van de doseerschuif.
Pagina 36
Machine-instellingen Door naar rechts te verstellen in de richting van grotere waarden wordt de do- seerschuif geopend. Door naar links te verstellen in de richting van kleinere waarden wordt de do- seerschuif gesloten. n VOORSICHTIG Materiële schade door te kleine doseerschuifopening Een niet voldoende geopende doseerschuif kan verstopt raken en het strooimiddel beschadigen.
Machine-instellingen Strooibreedtebeperking instellen De strooibreedtebeperking maakt dankzij de verschillende standen strooibreed- ten mogelijk van ca. 0,5 m - 5 m. De strooibreedte is afhankelijk van het soort strooimiddel en de kwaliteit ervan. LET OP Controleer de ordentelijke toestand van de strooibreedtebeperking. Beschadig- de of verbogen elementen van de strooibreedtebeperking beïnvloeden het strooibeeld.
Machine-instellingen Instelling van de strooischoepen (getrokken bediening) LET OP Zelfborgende moeren na het losmaken wegwerpen en door nieuwe vervangen. pagina 48 7.3.1 Strooidichtheid aan de rechterkant in rijrichting verhogen 1. Op de draairichting van de strooischijf letten. Afb. 7.3: Draairichting van de strooischijf 2.
Machine-instellingen 3. Strooischoepen in richting van het cijfer 5 terugzetten. Met deze instelling wordt het strooimiddel later uitgeworpen. 4. Strooischoepen aanschroeven (aanhaalkoppel: ca. 7 Nm). Gebruik hierbij al- tijd een nieuwe zelfborgende moer. De strooidichtheid aan de rechter kant neemt toe in rijrichting. 7.3.2 Strooidichtheid aan de linker kant in rijrichting verhogen 1.
Machine-instellingen Instelling van de strooischoepen (geschoven bediening) LET OP Zelfborgende moeren na het losmaken wegwerpen en door nieuwe vervangen. pagina 48 7.4.1 Strooidichtheid aan de rechterkant in rijrichting verhogen 1. Op de draairichting van de strooischijf letten. Afb. 7.6: Draairichting van de strooischijf 2.
Machine-instellingen 3. Strooischoepen in richting van het cijfer 1 terugzetten. Met deze instelling wordt het strooimiddel later uitgeworpen. 4. Strooischoepen aanschroeven (aanhaalkoppel: ca. 7 Nm). Gebruik hierbij al- tijd een nieuwe zelfborgende moer. De strooidichtheid aan de rechter kant neemt toe in rijrichting. 7.4.2 Strooidichtheid aan de linker kant in rijrichting verhogen 1.
Machine-instellingen Strooitabel gebruiken 7.5.1 Aanwijzingen bij de strooitabel De waarden in de strooitabel zijn op de strooimiddeltestinstallatie bepaald. Het daarvoor gebruikte strooimiddel werd gekocht bij de fabrikant of in de handel. Ervaringen tonen aan dat het strooimiddel waarover u beschikt - zelfs bij identie- ke benaming - vanwege opslag en transport andere strooi-eigenschappen kan vertonen.
Pagina 43
Machine-instellingen Strooitabel voor sneeuw- en ijsvrij maken Strooibreedte 1 m Rijsnelheid 5 km/u Openingsstand Spli (3,5) Zand (0,3) Zout Meervoudige vaste meststof NPK Agrosil LR Silikat COMPO Samenstelling 20 % P + 8 % Na Rijsnelheid km/u Openingsstand Basatop Sport COMPO Samenstelling NPK 20- 5 - 10...
Strooiwerkzaamheden Strooiwerkzaamheden Algemene aanwijzingen Met de moderne techniek en constructie van de machine en door uitgebreide, voortdurende tests op de strooimiddeltestbank in de fabriek zelf werd de voor- waarde voor een correct strooibeeld gecreëerd. Onze machines worden met een hoge zorgvuldigheid vervaardigd. Desalniette- min zijn ook bij gebruik volgens de voorschriften afwijkingen in het strooibeeld of eventuele storingen niet uit te sluiten.
Strooiwerkzaamheden Gebruiksaanwijzing voor het strooibedrijf als handstrooier Bij het reglementair gebruik van de machine hoort ook het naleven van de door de fabrikant voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorwaar- den. Tot het strooibedrijf horen daarom altijd de werkzaamheden voor de voor- bereiding en die voor reiniging/onderhoud.
Strooiwerkzaamheden Gebruiksaanwijzing voor het strooibedrijf met trekker Bij het reglementair gebruik van de machine hoort ook het naleven van de door de fabrikant voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorwaar- den. Tot het strooibedrijf horen daarom altijd de werkzaamheden voor de voor- bereiding en die voor reiniging/onderhoud.
Strooiwerkzaamheden Split of mestgranulaat strooien Let bij het strooien van split of mestgranulaat op het volgende: doseerschuif net zo ver openen dat het roerwerk de split of het mestgranulaat ongehinderd naar buiten kan brengen. Bij temperaturen onder 0 °C kan vochtig strooimiddel in het reservoir bevriezen en het roerwerk beschadigen.
Alleen geschoolde krachten mogen laswerkzaamheden uitvoeren. Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door de fabrikant vast- gelegde technische eisen. Dit is bijv. gewaarborgd door RAUCH originele re- serveonderdelen. Vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, evenals bij het verhelpen van een storing aan de motor, de trekker uitschakelen en wachten totdat alle draaiende onderdelen van de machine stilstaan.
Onderhoud en reparatie Slijtageonderdelen en schroefverbindingen 9.2.1 Slijtageonderdelen controleren Slijtageonderdelen zijn: Strooischoepen, roerwerk, roervingers en bodem van het reservoir. Slijtageonderdelen controleren. Vertonen deze onderdelen herkenbare slijtageverschijnselen, vervormingen of gaten, dan moeten de versleten onderdelen worden vervangen, aangezien dit anders tot een verkeerd strooibeeld leidt. De levensduur van de slijtageonderdelen is onder andere afhankelijk van het ge- bruikte strooimiddel.
Onderhoud en reparatie Roerwerk controleren 9.4.1 Roerwerk demonteren 1. Klapspie uittrekken. 2. Roerwerk eruit heffen. Afb. 9.1: Roerwerk in het reservoir 9.4.2 Roervingers vervangen 1. Schuif de oude roervingers met een tang uit het roer- werk. Afb. 9.2: Roerwerk met oude roervingers. 2.
Onderhoud en reparatie Strooischoepen vervangen Bepaling strooischoeptype: n VOORSICHTIG Overeenstemming van de strooischoeptypen Type en grootte van de strooischoepen zijn aan de strooischijf aangepast. Enkel de voor de oorspronkelijke schijf toegestane strooischoepen monteren. LET OP Deze grafiek toont het principe van de vervanging van de strooischoepen. De weergegeven strooischijf komt niet overeen met de strooischijf, die bij uw ma- chine gemonteerd is.
Onderhoud en reparatie 1. Zelfborgende moeren aan de strooischoepen losmaken en strooischoepen verwijderen. 2. Nieuwe strooischoep op de strooischijf zetten. Let hierbij op het juiste strooischoeptype. Afb. 9.5: Nieuwe zelfborgende moeren gebruiken 3. Strooischoep eraan schroeven. Gebruik hierbij steeds nieuwe zelfborgen- de moeren.
Storingen en mogelijke oorzaken Storingen en mogelijke oorzaken n WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen bij ongeschikt verhelpen van sto- ringen Een vertraagd of onvakkundig verhelpen van storingen door onvoldoende gekwalificeerd personeel leidt tot ernstige lichame- lijke letsels alsook schade voor machines en milieu. ...
Afdanking Afdanking 11.1 Veiligheid n WAARSCHUWING Milieuvervuiling door ongeschikte verwijdering van hydrauli- sche olie en transmissieolie Hydraulische olie en transmissieolie zijn biologisch niet volledig afbreekbaar. Daarom mag olie niet op ongecontroleerde wijze in het milieu geraken. Naar buiten gestroomde olie met zand, aarde of absorbe- rend materiaal opnemen resp.
Afdanking 11.2 Afdanking De volgende punten gelden onbeperkt. Al naargelang de nationale wetgeving de daaruit voortvloeiende maatregelen vastleggen en uitvoeren. 1. Alle onderdelen, hulp- en bedrijfsstoffen door vakpersoneel uit de machine la- ten verwijderen. Deze moeten daarbij volgens soort gescheiden worden. 2.
RAUCH-apparaten worden volgens moderne productiemethoden en met de groot- ste zorgvuldigheid vervaardigd en worden onderworpen aan talrijke controles. Daarom verleent RAUCH 12 maanden garantie, wanneer is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: De garantie begint op de datum van aankoop.