Het systeem heeft ook een termische onderlimiet van 17,5° C. Als de transducertip een temperatuur bereikt
van 17,5° C wordt de temperatuur gemarkeerd op het scherm en het wordt stilgezet en kan niet meer
verdergaan tot de temperatuur boven de 18,0° C komt. Om verder te gaan met de beeldvorming drukt u op
de toets
(Stilzetten) of
FREEZE
Temperatuur
Afbeelding 5-1
Temperatuurlimieten transducertip op scherm: Binnen limiet (links) en buiten limiet (rechts)
Temperatuur verlagen
Hier volgen een aantal algemene richtlijnen voor het verlagen van de temperatuur in 2D- of Doppler-
beeldvormingsmodi:
Met behulp van 2D-beeldvorming (2D-beeldvorming resulteert doorgaans in de laagste
oppervlaktetemperatuur van de transducer.)
Selecteer in 2D-beeldvorming de optimalisatie-instelling Res of Gen en vergroot de beeldvormingsdiepte
Verklein in de PW Doppler-beeldvorming de PRF en/of positioneer de Doopler-samplegate naar een
minder diep gelegen diepte.
Als er in CW Doppler-beeldvorming geen beeldvormingswijzigingen worden aangebracht, verlaagt dit de
oppervlaktetemperatuur van de transducer.
In elke beeldvormingsmodus wordt de oppervlaktetemperatuur van de transducer tijdelijk verlaagd door
stilzetting van het beeld.
Als er in kleurenbeeldvorming geen beeldvormingswijzigingen worden aangebracht, verlaagt dit de
oppervlaktetemperatuur van de transducer.
Temperatuurkalibratietest
Controleer minimaal één keer per jaar of de temperatuurmeting volgens de specificaties functioneert.
Raadpleeg
'Thermische veiligheid'
Verzamel de volgende items als voorbereiding op een temperatuurkalibratie:
Waterbad met stabiele temperatuur
Temperatuurmeter met een nauwkeurigheid van +/-0,1 °C
De temperatuurkalibratie testen
1 Pas de waterbadtemperatuur aan op 41,8° +/-0,1 °C en bewaak de temperatuur met de meter.
34
(Verdergaan).
UNFREEZE
op pagina 33.
Hoofdstuk 5