Voorbeelden G20
Ter verduidelijking worden 2 voorbeelden gegeven voor Gas 20 om de toelaatbaarheid van een concentrisch systeem
en de voorwaarden voor het afstellen van het toestel te bepalen.
In Tabel 3 is de te volgen route gemarkeerd met pijlen. Het resultaat is rood omlijnd.
1) 2 bochten
2) 3 meter horizontaal
3) 8 meter verticaal/schuin
→ Opbouw van dit concentrische systeem is toelaatbaar.
→ Situatie C voor het afstellen van het toestel is van toepassing.
Voorbeeld 2
1) 3 bochten
2) 4 meter horizontaal
3) 9 meter verticaal/schuin
→ Opbouw van dit concentrische systeem is niet toelaatbaar.
G20
geen bochten
2 bochten
3 bochten
4 bochten
5 bochten
n
n
= opbouw is niet toelaatbaar
6.5.3.2 Plaatsen concentrische systeem met dakdoorvoer
De dakdoorvoer kan zowel in een schuin dak als in een platdak uitmonden.
De dakdoorvoer kan geleverd worden met een plakplaat voor een plat dak dan wel met een universeel verstelbare
pan voor een schuin dak.
Plaats het concentrische systeem als volgt:
Bouw het systeem op vanaf (de aansluitstomp van) het toestel.
➠
Let op - Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en de wanden en/
of het plafond;
- Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal.
!Let op Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur
verspreiden; deze zijn niet geschikt.
8
Tabel 3: Relatie opbouw concentrische systeem / afstellen toestel
totaal aantal
meters horizontale
1
2
pijplengtes
0
B
C
0
A
A
1
A
2
3
4
5
0
A
1
A
2
3
4
5
0
A
1
A
2
3
4
5
-
totaal aantal meters verticale en/of schuine pijplengtes
3
4
5
6
C
C
C
E
E
B
C
C
C
C
A
B
C
C
C
A
A
B
C
C
A
A
B
C
A
A
B
A
B
C
C
C
A
A
B
C
C
A
A
A
B
C
A
A
A
B
A
A
A
A
A
B
C
C
A
A
A
B
C
A
A
A
A
B
A
A
A
A
A
A
A
-
t r i o
i n s ta l l at i e h a n d l e i d i n g
7
8
9
10
11
E
E
E
E
E
E
E
E
C
E
E
E
C
C
E
C
C
C
C
E
E
E
C
C
E
E
C
C
C
C
C
B
C
C
E
E
C
C
C
E
C
C
C
B
C
A
12
E
E
E
E