Raadpleeg het storingszoekschema (Hoofdstuk 11) als de ontsteking van de hoofdbrander niet aan de hierboven
genoemde eisen voldoet.
8.4 Vlambeeld
Het vlambeeld kan pas echt beoordeeld worden als het toestel meerdere uren heeft gebrand. Vluchtige componen-
ten uit verf, materialen e.d., die de eerste uren uitdampen, beïnvloeden het vlambeeld.
Controleer of het vlambeeld acceptabel is.
➠
Raadpleeg het storingszoekschema (Hoofstuk 11) als het vlambeeld niet acceptabel is om het probleem te verhelpen.
➠
9.
Onderhoud
Het toestel dient eenmaal per jaar door een vakbekwame installateur op het gebied van gas sfeerverwarming gecon-
troleerd, gereinigd en eventueel gerepareerd te worden.
In ieder geval dient de goede en veilige werking van het toestel gecontroleerd te worden.
Let op - Sluit de gaskraan tijdens onderhoudswerkzaamheden;
- Controleer de gasdichtheid na reparatie;
- Na vervanging van het thermokoppel draait u de wartel van het gasregelblok eerst handvast aan en daarna nog een
kwartslag met een passende sleutel.
- RVS-concentrisch systeem absoluut niet (inwendig) reinigen met bijv. een stalen borstel of metalen spons. Hier oor
beschadigt de oxydehuid en kan er door putcorrosie lekkage van het systeem ontstaan.
Reinig, indien nodig, de onderstaande componenten:
➠
- de waakvlambrander;
- de verbrandingskamer;
- de ruiten.
Let op Reinig een ruit alleen als deze op kamertemperatuur is.
!Let op - Voorkom het beschadigen van de ruit(en).
- Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit(en), omdat deze inbranden.
- Reinig de ruit(en) zoals beschreven in de gebruikershandleiding.
- Verwijder aanslag regelmatig, omdat deze kan inbranden.
- Gebruik het toestel niet als een ruit is gebroken en/of gescheurd totdat de ruit is vervangen zoals beschreven vanaf
paragraaf 6.9.
Let op - Plaats zonodig de houtset correct terug; zie hiervoor paragraaf 6.8.
Inspecteer het verbrandingsgasafvoer- / verbrandingsluchttoevoersysteem;
➠
!Let op Er dient altijd een eindcontrole uitgevoerd te worden.
Voer een controle uit zoals beschreven in hoofdstuk 8.
➠
Onderdelen die vervangen moeten worden, zijn verkrijgbaar bij uw leverancier.
10. Oplevering
U dient de gebruiker vertrouwd te maken met het toestel. U dient haar/hem te instrueren over onder meer de inge-
bruikname, de werking en de afstandsbediening, het jaarlijkse onderhoud.
Let op - Laat de gebruiker bij storingen/slecht functioneren onmiddellijk de gaskraan sluiten en contact opnemen met de
installateur ter voorkoming van onveilige situaties;
- Wijs de gaskraan aan;
- Wijs op de voorzorgsmaatregelen in de gebruikershandleiding tegen onbedoeld ontsteken door andere draadloze
afstandsbedieningen zoals autosleutels en garagedeuropeners.
Instrueer de gebruiker over het toestel en de afstandsbediening.
➠
Wijs er bij ingebruikname op, dat
➠
- bij de eerste keer stoken vluchtige componenten uitdampen uit verf, materialen e.d.;
- bij het uitdampen het toestel bij voorkeur op de hoogste stand wordt gezet;
- de ruimte goed wordt geventileerd.
Overhandig de gebruiker de gebruikershandleiding én de installatiehandleiding (de installatiehandleiding dient bij
➠
het toestel bewaard te blijven).
14
-
t r i o
i n s ta l l at i e h a n d l e i d i n g