8 Aanpassing aan de CV-installatie
◁
Op het display verschijnt de tekst Code invullen en
de waarde 00.
4.
Stel met
of
de waarde 17 (toegangscode) in.
5.
Bevestig met (OK).
◁
Het installateurniveau met een selectie van menu-
punten verschijnt.
8
Aanpassing aan de CV-installatie
8.1
CV-installatie configureren
Om de door de warmtepomp gegenereerde waterdoorstro-
ming aan de betreffende installatie aan te passen, kan de
maximaal beschikbare druk van de warmtepomp in de CV-
en warmwaterfunctie worden ingesteld.
Deze twee parameters kunnen worden opgeroepen
via Menu → Installateurniveau → 17 → Toestel configura-
tie.
Het instelbereik ligt tussen 250 mbar en 750 mbar. De warm-
tepomp werkt optimaal, als door de instelling van de beschik-
bare druk de nominale doorstroming bereikt kan worden
(Delta T = 5 K).
8.2
Totale drukverliezen van het product
B
60
40
20
1000
0
1
Alleen product
2
Product met aansluitset
8.3
Product aan gebruiker opleveren
Plak na de installatie de bijgeleverde sticker 835593 in de
taal van de gebruiker op de voorkant van het product.
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van de
beveiligingen.
Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
Beantwoord al zijn vragen. Wijs de gebruiker vooral op de
veiligheidsinstructies die hij in acht moet nemen.
Informeer de gebruiker over de noodzaak om het product
volgens de opgegeven intervallen te laten onderhouden.
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en productpa-
pieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
22
2
1
2000
A
A
Doorstroming in het
circuit (l/h)
B
Druk (kPa)
9
Verhelpen van storingen
9.1
Contact opnemen met servicepartner
Als u contact opneemt met uw servicepartner, deel dan in-
dien mogelijk het volgende mee:
–
de weergegeven foutcode (F.xx)
–
de door het product weergegeven statuscode (S.xx) op
de Live monitor
9.2
Foutcodes aflezen
Als er een storing in het product optreedt, dan geeft het
display een storingscode F.xx weer.
Foutcodes hebben prioriteit voor alle andere indicaties.
Als er meerdere storingen tegelijk optreden, geeft het display
de bijbehorende storingscodes afwisselend gedurende tel-
kens twee seconden weer.
▶
Verhelp de fout.
▶
Om het product opnieuw in gebruik te nemen, drukt u op
de ontstoringstoets (→ Gebruiksaanwijzing).
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en deze ook na meer-
dere resetpogingen opnieuw optreedt, neem dan contact
op met de klantenservice.
9.3
Foutgeheugen opvragen
Het product beschikt over een foutgeheugen. Daar kunt u
de laatste tien opgetreden fouten in chronologische volgorde
opvragen.
Om het foutgeheugen op te roepen, kiest u Menu → Installa-
teurniveau → Storingslijst.
Op het display verschijnt:
–
Aantal opgetreden fouten
–
actueel opgeroepen fout met foutnummer F.xx
–
Een tekst met uitleg over de fout.
▶
Om de laatste tien opgetreden fouten weer te geven,
gebruikt u de toets
of
9.4
Foutgeheugen resetten
▶
Druk twee keer op
, vervolgens op Annuleren en OK,
om de foutlijst te wissen.
9.5
Gebruik van de diagnosecode
U kunt de diagnosecodes voor storing oplossen gebruiken.
9.6
Testprogramma's gebruiken
Voor het verhelpen van storingen kunt u ook de testprogram-
ma's gebruiken.
Installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER 0020223252_01
.