Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Fernox F1
–
Fernox F2
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
6.14
Weergave van de vuldruk in het
warmtepompcircuit
Het product beschikt over een druksensor en een digitale
drukindicatie.
▶
Selecteer Menu Live monitor, om de vuldruk in het
warmtepompcircuit weer te geven.
◁
Voor een correct functioneren van het warmtepomp-
circuit moet de vuldruk tussen 1 bar en 1,5 bar liggen.
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen
uitstrekt, dan kunnen hogere waarden voor de vul-
druk vereist zijn om lucht in de CV-installatie te ver-
mijden.
6.15
Te
lage waterdruk in het warmtepompcircuit
vermijden
Om schade aan de CV-installatie door te geringe vuldruk in
het warmtepompcircuit te vermijden, is het product met een
waterdruksensor uitgerust. Als de waterdrukwaarde onder
60 kPa komt, wijst het product op de te lage druk door M20
weer te geven. Als de vuldruk onder 30 kPa (0,3 bar) daalt,
verschijnt op het display F.22.
Bij te lage waterdruk kan de warmtepomp CV- en warmwa-
terfunctie overnemen, alleen de elektrische hulpverwarming
wordt gedeactiveerd.
▶
Vul via de vulvoorziening van de aansluitconsole CV-wa-
ter bij om een foutloze werking van het product te garan-
deren.
◁
Het wordt echter aanbevolen contact op te nemen
met de installateur om het warmteopwekker-CV-cir-
cuit met brijn bij te vullen.
De installatie is correct gevuld als de druk 1,5 bar bedraagt.
▶
Als u vaak een drukdaling vaststelt, dient u de oorzaak te
zoeken en te verhelpen.
0020223252_01 uniTOWER Installatie- en onderhoudshandleiding
6.16
Te lage waterdruk in het CV-circuit
vermijden
Op de manometer op de aansluitconsole aan de achterkant
van het product kunt u de druk in het CV-circuit van de in-
stallatie aflezen.
Als geen standaard-aansluitconsole gebruikt wordt, moet op
het CV-watercircuit een manometer worden geïnstalleerd.
▶
Controleer of de druk tussen 1 bar en 1,5 bar ligt.
◁
Is de druk in het CV-circuit te laag, vul dan via de
vulvoorziening van de aansluitconsole water bij.
6.17
Functie en dichtheid controleren
Voor u het product aan de gebruiker overhandigt:
▶
Controleer de CV-installatie (warmteopwekker en instal-
latie) en de warmwaterleidingen op dichtheid.
▶
Controleer of de afvoerleidingen van de ontluchtingsaan-
sluitingen correct geïnstalleerd zijn.
6.17.1 CV-bedrijf controleren
▶
Neem de installatiehandleiding voor de systeemregelaar
in acht.
6.17.2 Warmwaterbereiding controleren
▶
Neem de installatiehandleiding voor de systeemregelaar
in acht.
7
Bediening
7.1
Bedieningsconcept van het product
Het bedieningsconcept alsook de aflees- en instelmoge-
lijkheden van het gebruikersniveau zijn eveneens in de ge-
bruiksaanwijzing beschreven.
7.1.1
Installateurniveau oproepen
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het installateur-
niveau kunnen tot schade aan de CV-installa-
tie leiden.
▶
De toegang tot het installateurniveau mag
u alleen gebruiken als u een erkende in-
stallateur bent.
Aanwijzing
Het installateurniveau is met een wachtwoord
tegen toegang door onbevoegden beveiligd.
1.
Druk tegelijk op
en
◁
Op het display verschijnt het menu.
2.
Blader net zolang met
stallateurniveau verschijnt.
3.
Bevestig met (OK).
Bediening 7
("i").
of
, tot het menupunt In-
21